Columns

Het wilde oosten

‘Oehiiii!’ Gegil. Hilariteit. Een zogeheten fatbike met drie meisjes erop zoeft vervaarlijk door de Nieuwstad, een oudere dame de pas afsnijdend. ‘Joeheeee!’ De kreet klinkt me ouderwets in de oren, maar de voorste scholiere bezigt hem echt, als een moderne Joop ter Heul slalomt ze de straat door. De dame met de boodschappentrolley kijkt het drietal na, haalt vervolgens haar schouders op. ‘Tis me wat, die jeugd van tegenwoordig.’ Of zou dat het cliché zijn dat ik haar in het hoofd leg?

Nog niet zo lang geleden ging dit hoekje over dikke fietsen. Ik woonde toen een paar weken in Haarlem, die krengen suizen daar overal rond. In ons stadje loopt dat niet zo’n vaart, dacht ik toen. De mails om me ervan te overtuigen dat dit wel degelijk het geval is, druppelden binnen. ‘Vooral leerlingen die vanuit het buitengebied in Zutphen naar school komen, racen op die dingen,’ schreef een meneer uit Empe. ‘Breek me de mond niet open,’ liet een Eefdenaar weten. ‘De overlast die ze bezorgen…’

Ik zie ons centrum nog steeds niet als fatbikecircuit, maar sinds ik op hun aanwezigheid gewezen ben, doemen ze vaker op. Deze komt extra hard binnen, omdat ik net een week langs de kustpaden van Bretagne heb gewandeld, met mijn geliefde. Zowel de lucht als het geluid in ons stadje doen vervuild aan, na al die zuiverheid. Hopelijk went het weer snel.

Vrrrrroemmmm, ieieieieieieie – met gierende banden komt een politiewagen tot stilstand, vlakbij de Koehoorn, aan de Dieserstraat. Hond Hazel deinst met een huppel achteruit. ‘Zijn we in Miami Vice beland?’ schiet het door mijn hoofd. ‘Is Zutphen in zeven dagen getransformeerd, van kleine stad met allure – dank, Ida Gerhardt – naar één brok dynamiek? De rechterzijruit zoeft open. ‘Hebben jullie net een scooter voorbij zien komen?’ Een agent kijkt urgent, terwijl ze de vraag stelt. Ik wil net mijn hoofd schudden, wanneer een mede-passant heftig knikt en wijst. ‘Ja,’ klinkt het, ‘die kwam hier net langs. En hij ging daarnaartoe.’ De agent en ik kijken zijn linkerarm na, naar het bruggetje over de Berkel aan het einde van de straat. De vrouw knikt, haar collega geeft gas, en terwijl zij haar raampje dichtdraait, schiet de wagen de Geweldigershoek in, een doodlopende straat, én niet de aangewezen richting. Verbouwereerd kijken de wegwijzer en ik elkaar aan.

Een dag later passeren hond en ik de verkeerspaal die in de busbaan uit de grond komt, om ander verkeer tegen te houden, bij de haringkar. Twee politiewagens staan geparkeerd, een agent veegt de straat schoon. De paal lijkt ontwricht. ‘Kijk nou,’ zegt een voorbij wandelende vrouw. ‘De bumper ligt eraf.’

Het moet niet gekker worden in het wilde oosten.

Voor het pand van de voormalige slagerij aan de Lange Hofstraat val ik stil. Kleurige bloemen, vooral tulpen, liggen verspreid over de glinsterende stoep. Klein eerbetoon aan een groot vrijheidsstrijder. Aleksej Navalny. In slow-motion vermoord door Poetin.

In Rusland worden de herdenkingsboeketten structureel verwijderd.

Gelukkig mogen ze bij ons blijven liggen.