Stedendriehoek

Nieuwe bestemming voor gebouw met roemruchte historie

Het Noorse Huis. (Bron: werkgroep historie Schaarsbergen)

Tijd voor een versnapering.

Het koetshuis wordt gebruikt als onderkomen van de Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe.

door Sabine Bootsma

HOENDERLOO – Sinds kort is er op De Hoge Veluwe een nieuw horeca-uitgiftepunt: Theehuis De Kemperberg. Een opmerkelijk gebouw, een beetje verscholen tussen het groen.

Voor het eerst in zijn roemruchte historie wordt dit gebouw als theehuis gebruikt. Normaliter dient het voormalige koetshuis van Villa De Kemperberg als verenigingsgebouw voor de leden van de Vereniging van Vrijwilligers van De Hoge Veluwe. Nu kun je er op weekend-, feest- en vakantiedagen tussen 11.00 en 16.00 uur terecht voor een drankje en snack. Vanaf ingang Schaarsbergen vind je het theehuis na anderhalve kilometer rijden of fietsen richting het centrum van het Park. Volg de borden.

Ook bij de Theekoepel bij Jachthuis Sint Hubertus kun je dagelijks tussen 11.00 en 16.00 uur terecht om een drankje of snack te halen om elders te nuttigen. Het Parkrestaurant is dagelijks tussen 9.30 en 16.30 uur geopend voor het afhalen van broodjes, snacks, een drankje of een heerlijk picknickpakket. Smakelijk welkom!

Oude landbouwenclave

Een van de oudste landbouwenclaves in Schaarsbergen is De Kemperberg. In 1628 gaf de stad Arnhem enkele percelen ter ontginning uit. Er ontstond een westelijk en een oostelijk erf. De eerste ontginner verkocht zijn grond aan de familie Everwijn. De hoeve Everwijnserf herinnert hieraan. Na diverse eigenaarswisselingen kocht baron van Tuyll van Serooskerken het goed. Deze Arnhemse wethouder liet in 1913 een buiten op het oostelijke erf bouwen. De Kemperberg werd daarmee een landgoed. Het werd een bijzonder huis. Een bouwpakket van het hout van de Noorse firma Strömmen Traevare in drakenstijl. Het was een van de grootste in zijn soort in Nederland. Ten faveure van het uitzicht werd er een zichtas op het 4 kilometer verderop Deelen gecreëerd en twee eeuwenoude boerderijen gesloopt. Het bijbehorende namaak-drakenstijl garagegebouw is één van de eerste garages in Nederland.
Het Noorse huis en de bijbehorende gronden verkocht Van Tuyll in 1921 aan een aannnemer die het een jaar later verkocht aan de firma Wm. H. Müller en Co., Algemeene Exploitatie Maatschappij. Bij beschietingen in 1945 is het westelijk erf vernield. Een jaar later is het Noorse huis afgebroken. De Kemperberg als enclave en als landgoed is nog herkenbaar. Onder andere staat hier een beuk uit de tijd van de stichting van het goed, nu de oudste boom van De Hoge Veluwe.

Herstellingsoord

Voor de watervoorziening van het landhuis en de zwanenvijver werd eveneens nabij boerderij Everwijnserf een waterleiding geslagen met elektrische pompen. De pompen werden geplaatst in een gebouw dat tevens als koetshuis/garage dienst deed. Nadat Van Tuyll in 1920 naar Zeist vertrok en daar burgemeester werd, kocht het echtpaar Kröller-Müller via een stroman De Kemperberg en kon zo hun bezit, het huidige park De Hoge Veluwe, afronden. Het gedeelte ten zuiden van de Koningsweg kwam via een ruil met de Stadsdennen in handen van de gemeente. Op initiatief van Hélène Kröller-Müller werd het landhuis van 1922 tot 1925 gebruikt als herstellingsoord voor Duitse kinderen, waarna het tot 1936 heeft leeggestaan. Daarna werden het landhuis en koetshuis verhuurd aan de Diocesane Bond De Jonge Werkman. Er werden ongeveer 100 werkloze jongeren in gehuisvest die in de omgeving werden ingeschakeld bij terreinwerkzaamheden. In de bezettingstijd werd het landhuis De Kemperberg bij de vliegbasis Deelen ingelijfd en door het personeel van de Duitse Luftwaffe als legeringsgebouw gebruikt. Na de bevrijding was het huis korte tijd in gebruik bij de Canadezen.

Verbouwing

Na al deze gebruikers verkeerde het huis in een zodanige staat, dat in 1946 werd besloten tot afbraak. Het nog bruikbare hout werd verwerkt bij de verbouwing van de boerderij de Zwarte Berg aan de ingang van Het Nationale Park te Hoenderloo. Na de bevrijding woonden er geen landbouwers meer op De Kemperberg. Landbouw bleek steeds een marginale bedrijfstak op de schaarse gronden van De Hoge Veluwe. De zwanenvijver werd met zand gevuld en groeide dicht. In 1992 werd de inmiddels niet meer zichtbare vijver door vrijwilligers van het zomerproject leeggegraven. Geconstateerd werd dat de vijver ernstig was beschadigd door boomwortels. Herstel zou kostbaar zijn en bovendien een tijdelijke oplossing bieden, daar de wortels van de vele bomen rondom de vijver telkens opnieuw schade en lekkage zouden veroorzaken. Het koetshuis had inmiddels zijn functie van pompgebouw en koetshuis/garage verloren. Het heeft vanaf 1947 dienst gedaan als veldlaboratorium van diverse onderzoeksinstellingen en de laatste onderzoekers verlieten het gebouw in 1997.

Van het landgoed De Kemperberg zijn alleen het koetshuis, het Everwijnserf en de akkercomplexen plus schaapsdrift overgebleven. Ook is er nog een meer dan 300 jaar oude beuk aanwezig die bij de aanvang van de ontginningen werd geplant. Het koetshuis wordt gebruikt als onderkomen van de Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe. Het Everwijnserf is thans een dienstwoning en als restant van het agrarische verleden vindt men op De Kemperberg nu nog de houtwallen en schaapsdrift.