Stedendriehoek

Kruisbestuiving

Een bord aan de toegangspoort maakt duidelijk wat er allemaal niet mag. Geen honden los, niet door de tuin lopen, geen lawaai maken. Het lustoord achter wooncentrum Sint Elisabeth nodigt niet uit tot binnenkomen. En toch weet ik wat daar lonkt: een van de mooiste terrasjes van onze stad.

Dichtbebladerde platanen, huisgemaakt gebak en lekkere koffie – wat wil een mens meer op een vrije middag? Dus dochter, hond en ik openen het hek en wandelen het trapje af.

In de verte staan wat bewoners te jeu-de-boulen. Pardon, pétanqu’en moet ik zeggen. Het is een heuse pétanque-baan, linea recta geïmporteerd uit Frankrijk lijkt het, de sfeer incluis.
De spelers lachen om hondje Hazel. Ze dartelt om de groep heen.

‘Als-ie het kleine balletje maar niet pikt,’ roept iemand.

‘Officieel moet-ie aan de lijn hè,’ merkt een andere speler op.

Dochter en ik gehoorzamen.

We lopen naar het terrasje, dat iets hoger ligt en daardoor een geweldig uitzicht heeft over de tuin en de aangrenzende Berkelruïne. Binnen is het stil. Een bekend horeca-gezicht zit achter een scherm te werken.
Jeroen Jansen – van het voormalige VRK aan de Schupstoel – grijpt wat meubilair bij elkaar om ons onder de platanen te laten zitten.

We bestellen thee en cappuccino. Ik vraag Jeroen wat hij precies doet, want ehhh, had ik hem de week ervoor niet in Dat Bolwerck gezien?

‘Ja,’ zegt hij. ‘Klopt. Daar werk ik vanuit wijkcentrum Waterkracht, net als hier. We proberen de verschillende plekken met elkaar te verbinden door samen te werken.’ Jeroen licht toe dat het gaat om maatschappelijke ontmoetingsplekken voor iedereen, die worden gerund door vrijwilligers. Zo ontstaan leerplaatsen voor stagiaires van de horeca, en voor zorgopleidingen. Het gaat om de kruisbestuiving. ‘We zoeken ook samenwerking met scholen en bedrijven,’ vertelt hij. ‘Zo bieden we plekken voor allerlei soorten activiteiten en bijeenkomsten.’

Dat doet me denken aan plannen van net voor de lockdown, toen een groepje hemelbestormers buitenwijkbewoners – uit bijvoorbeeld het Waterkwartier – meer naar het centrum wilde lokken en vice versa. Helaas kwamen er, mede vanwege de pandemie, kinken in de kabel en bleven de plannen steken in de overlegfase.

Wat Jeroen vertelt, biedt nieuw perspectief. Ik vermoed dat horeca in eerste instantie een beter bindmiddel is dan kunst. Broodjes, drank en gebak maken de weg wellicht vrij voor meer interactie, bijvoorbeeld op cultureel gebied. Zo werkt het bij mensen: eerst eten, dan denken.

We krijgen koffie en thee in schattig porselein. Ik wijs mijn dochter op de uniciteit van iedere kop en schotel. ‘Er is nergens een tweede van,’ beaamt de gastheer. Dochter denkt na of ze dat net zo kan waarderen als ik. Ze twijfelt.

Het potje pétanque is klaar, de spelers lopen druk kwetterend de achterdeur van het Sint Elisabeth in. Als ik naar binnen ga om te betalen, zit Jeroen met een collega te eten. Pannenkoeken. ‘Die bakken we iedere woensdag,’ zegt de kruisbestuiver, terwijl-ie de poedersuiker hanteert. ‘Iedereen is welkom om tegen een schappelijke prijs te komen lunchen. Van dinsdag tot en met vrijdag.’

 

Dat u het weet.