Columns

ApoldroNU – In het moeras

Arnold Zweers

Het voordeel van niet zo piepjong meer zijn is dat je een behoorlijk eind terug kunt kijken in de tijd. Op een ochtend, midden jaren zeventig riep de redactiechef van De Gelderlander ons bij elkaar voor iets speciaals. De nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het was tot dusver zo dat als de gemeente een buurtje wilde slopen om er een brede weg aan te leggen, de bewoners een ambtenaar op bezoek kregen die hen iets anders aanbood, en dan was het slikken of stikken. Een beetje zoals het nu op de Loenense camping De Marshoeve gaat. Met dit verschil dat de gemeente Apeldoorn tegen al die – soms al tientallen jaren gedoogde – vaste bewoners zegt: zoek het maar lekker uit.

Enfin, een nieuwe wet. Met grote gevolgen. Burgers werden voortaan gehoord op openbare vergaderingen, wij journalisten deden er verslag van. De mensen konden ‘inspreken’ (een nieuwe term) en ‘een bezwaarschrift indienen’ (idem). Tien jaar later, ik werkte inmiddels bij de Nieuwe Apeldoornse Courant. In een vergaderzaaltje van het Stadskantoor voorspelde wethouder Herman Bos dat déregulering het besturen een stuk makkelijker zou gaan maken. Want het aantal wetten en regels zou flink worden uitgedund. We zijn nu weer veertig (!) jaar verder. Het aantal wetten en regels, vaak volstrekt met elkaar in tegenspraak, is zo uitgedijd dat er een onontwarbare kluwen is ontstaan.

Met gevolg dat rechters op de stoel van de gekozen politici gaan zitten. Dat de Nijmeegse stikstofstrijder Johan Vollenbroek (75) praktisch in zijn eentje het hele Nederlandse agrarisch beleid (veestapel, vergunningen, stikstof, mest) lamlegt. Dat burgers woningbouwplannen jarenlang tegenhouden. Ligt het aan die rechters, burgers, Vollenbroek? Nee, het ligt aan de rammelende, onrealistische wetgeving – ook in andere sectoren – gemaakt door de duizenden ambtenaren tellende ministeries, daartoe veelal aangespoord door politieke kronkels in de Tweede Kamer. De grote vraag is nu: wie haalt ons eruit, uit het bestuurlijk/maatschappelijk moeras waar we met z’n allen in verzeild zijn geraakt.

Tot volgende week!