Stedendriehoek

GOED BEKEKEN | Na-herinnering

Oog in oog staan we, met levensgrote groepsportretten. Ze hangen in de expositiezaal in Dat Bolwerck aan de Zaadmarkt. Ik zie ze voor de vierde keer. Het licht valt voor de vierde keer anders langs, op en door de opgeblazen foto’s. Elisabeth Moritz heet de kunstenaar. Ze woont en werkt in het Zweedse Malmö, haar familie van moederskant komt van origine uit Duitsland. En daarin ligt de kiem van deze tentoonstelling, Postmemory.

Via bewerkte, secuur opengeknipte foto’s kijkt Moritz terug op het oorlogsverleden van haar voorouders, dat onderdeel vormt van dat van haarzelf. Zoals mensen overal terugkijken naar vroeger, en beïnvloed worden door collectieve of individuele trauma’s van generaties vóór hen. Door schuld en schaamte bijvoorbeeld, of door een gevoel van uitsluiting.

Waarom blijf ik deze kunstwerken maar bezoeken? Ik sleep mijn vriend ernaartoe en hoor mezelf opgewonden praten, tegelijkertijd erger ik me aan het feit dat mijn woorden niet precies genoeg duidelijk maken wat ik bedoel, waarom het werk me zo aanspreekt.

We lezen begeleidende tekst in de vensterbank van de tuinzaal. Moritz heeft van deze familie-albumfoto’s gigantische knipsels gemaakt, cut-outs, waar de kijker doorheen kan kijken. Men ziet op deze simpele foto’s hoe iedereen de gewone gang van zaken probeert vol te houden. We kunnen ze nu echter ‘doorzien’, we kijken in het perspectief van de geschiedenis; we weten de verschrikkelijke gevolgen van het geleidelijk verschuiven en afglijden van normen en waarden.

Kijk, dat helpt. Deze kunst werkt dus heel letterlijk: door de gaten in de enorme foto’s die het licht doorlaten, krijgen we een andere, verhelderende blik op de geschiedenis.
Dingen zijn zo mooi als ze simpel zijn.

Tegelijkertijd is er wrangheid, en een subtiele gelaagdheid. Ik herinner me de opwinding die ik voelde toen ik Postmemory voor het eerst bezocht. Ik zag Moritz’ motto, uit het oeuvre van schrijver William Faulkner:

The past is never dead. It’s not even past.

Dat was mijn eigen motto! In de roman Zo stroom ik van je over, uit 2018. Nou is dat ook weer niet zó toevallig als het wellicht lijkt, want het zijn populaire woorden. Het nieuwste boek van televisiepresentator Coen Verbraak begint er bijvoorbeeld óók mee.

Ik lees verder. De werken van Elisabeth Moritz tonen onze kwetsbaarheid. Door ze onder ogen te zien, ons te realiseren dat wij als mens er graag bij willen horen, bij hen die ons omringen, onze familie, onze naasten. Ons in te denken hoe vastberaden je moet zijn om af te wijken van een koers die tot uitsluiting doemt, kunnen we mededogen voelen voor elkaar.

Goed gezegd. En wat mij betreft spreekt dat mededogen uit de samenhang, de manier waarop de foto’s zich tot elkaar verhouden. En het licht ertussen.

Vriend is onder de indruk van het kaarsenmonument in de kelder. In allerlei stadia uitgedoofde kaarsen verbeelden degenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Zutphen werden gedeporteerd. Het geluid van treinen, de geur van was. En het gevoel van ‘deze tentoonstelling zou iedereen moeten zien’.

Postmemory van Elisabeth Moritz, tot en met 6 december in Dat Bolwerck, Zutphen.

Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.