Stedendriehoek

Jan Kloosterman (SGP): ‘Je kunt niet vroeg genoeg met taal beginnen’

In 2018 heeft de gemeenteraad een discussie gevoerd over het geld dat Apeldoorn van het rijk krijgt voor peuters. Besloten is toen om deze bijdrage aan het gemeentelijk onderwijskansenbeleid toe te voegen. Het onderwijskansenbeleid heeft tot doel dat kinderen goed voorbereid beginnen aan school, bijvoorbeeld door – voordat de kinderen naar school gaan – al aandacht te besteden aan taalontwikkeling. Twee weken geleden was er een informatieve Politieke Markt-bijeenkomst over dit onderwerp.

De VVE, voor- en vroegschoolse educatie, is een programma dat erop gericht is om onderwijs- of ontwikkelingsachterstand bij jonge kinderen van circa 2 tot 6 jaar te verminderen. Hierdoor kunnen deze kinderen een betere start maken aan het begin van de basisschool. Dat kan een positief effect hebben op hun verdere schoolloopbaan. VVE valt in twee delen uiteen: voorschoolse educatie gebeurt op de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf, richt zich op peuters en valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten; vroegschoolse educatie gebeurt op de basisschool en is gericht op kleuters. In het onderwijskansenbeleid in Apeldoorn draait het om de voorschoolse educatie, en daar maakt de taalontwikkeling deel van uit. Maar ook beginnende rekenvaardigheid, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Natascha van den Berg (Foto: Rob Voss)

Natascha van den Berg, fractievertegenwoordiger van de PvdA, kan nu nóg hartelijk lachen om de opmerking van CDA-raadslid Hessel Dooper van een paar jaar geleden: ‘Laat die peuters spelen!’ Met andere woorden: een kind heeft op school tijd genoeg om zich te ontwikkelen.

Van den Berg: “Natuurlijk is taalontwikkeling bij peuters enorm belangrijk, maar ze hebben ook andere uitdagingen dan taal alleen. Als je je puur op díe ontwikkeling focust, worden de andere talenten niet benut. We hebben in Apeldoorn bijvoorbeeld leuke cursussen zoals het nijntje Beweegdiploma en Muziek op Schoot, waar de peuters zich op ook essentiële vlakken ontwikkelen.” Daar komt nog bij, zo vindt Van den Berg, dat andere onderwijsmethoden financieel niet mogen lijden onder de aandacht van de VVE-kinderen: “Ik zou het jammer vinden als de bijdrage aan Kids College om die reden zou worden stopgezet, omdat dit een aanvulling is op de onderwijsmethodiek. Plus vraag ik ook graag aandacht voor kinderen die anders leren; hoogbegaafde kinderen hebben vanuit de gemeente bijvoorbeeld ook ondersteuning nodig.”

De fractievertegenwoordiger vindt het een goed idee dat ouders van VVE-kinderen een (kleine) eigen bijdrage krijgen. “En als je kind géén VVE-indicatie krijgt en ook geen Kinderopvangtoeslag omdat een van de ouders werkt en niet beide ouders, dan vind ik in principe dat deze gezinnen/eenverdieners het volledig zelf moeten betalen als ze peuteropvang willen. Het is immers niet nodig vanuit een mogelijke ontwikkelingsachterstand bij het kind – want dan zouden ze VVE-indicatie krijgen – of vanuit een zorg/oppasoplossing voor tweeverdieners (via Kinderopvangtoeslag). Het is dan een luxe om de peuteropvang aan te bieden aan je kind, want de niet verdienende ouder kan immers zorgen voor het kind.”

“Een uitzondering wil ik hierbij maken voor gezinnen waarbij de niet werkende ouder een beperking of aandoening heeft. Ik gun deze gezinnen een tegemoetkoming in peuteropvang om de ouder/het gezin te ontlasten. Daar heeft de peuter baat bij. Niet een volledige tegemoetkoming, maar wel een bijdrage in de kosten die in lijn ligt met wat men aan Kinderopvangtoeslag zou ontvangen, ware men tweeverdieners. Echter, uit welk potje geld dit betaald moet worden, dat is dan wel weer de vraag…”

Jan Kloosterman (Foto: Rob Voss)

Jan Kloosterman, raadslid voor de SGP, vertelt tevreden te zijn over het huidige onderwijskansenbeleid in Apeldoorn. “Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met het leren beheersen van taal. Dat is ontzettend belangrijk om informatie te begrijpen en daardoor beter te kunnen meedoen in de maatschappij.”

Hij juicht ook toe dat het beleid er financieel beter uitkomt dan in eerste instantie gedacht. En dat hopelijk ook om die reden de pilot heterogene versus homogene groepen kan worden voortgezet. “Naar onze mening is een heterogene, ofwel gemengde, groep effectiever om taal bij te brengen. En met gemengd bedoelen we in dit geval: verschil in taalachterstand maar ook sociaal-emotioneel. Een kind met een woordenschat van 200 leert immers meer van een leeftijdsgenootje met een woordenschat van 400. Ik heb zelf ook leren schaatsen door te kijken naar kinderen die het beter konden dan ik”, komt Kloosterman met een sfeervol winters voorbeeld.

Kinderen met een taalachterstand zijn regelmatig afkomstig uit gezinnen met een migratie-achtergrond, maar ook in gezinnen met laagopgeleide ouders of met sociaal-emotionele problematiek ligt het gevaar van onvoldoende (taal)ontwikkeling op de loer. Het begint thuis en de SGP vindt het gezin de belangrijkste plaats om te leren. “Daar zijn en blijven ouders ook verantwoordelijk voor.” Soms is er in het leren wat extra’s nodig en het is mooi als ouders daar voor kiezen. “Kleine kinderen leren veel van wat ze horen en zien, daarom is de groepsaanpak ook zo belangrijk. Zo leren ze spelenderwijs.” Wat de SGP betreft mag van de ouders van de betreffende kinderen een eigen bijdrage worden gevraagd. “De verantwoordelijkheid ligt bij de ouders en deelname aan de VVE is niet verplicht, dus mag je van hen een bijdrage vragen. En iets waar je voor betaalt, heeft waarde. Wel moeten we kijken naar draagkracht.” De SGP wil in dit kader graag zien dat het effect van de stijgende ouderbijdrage in kaart wordt gebracht. “Als dit voor ouders een te hoge drempel blijkt, hopen wij dat daar coulant mee wordt omgegaan; het zou immers jammer zijn als een substantieel deel van de kinderen daardoor dit kansrijke aanbod zou missen.”

Tenslotte vat Kloosterman het nut van dit onderwijskansenbeleid nog even krachtig en doeltreffend samen: “Met de taalontwikkeling en alle positieve gevolgen die dit heeft voor het kunnen meedoen van een kind, maak je de grote diversiteit binnen een samenleving toch net weer wat kleiner.”

Erik Jan Aalbers (Foto: Rob Voss)

Erik Jan Aalbers, raadslid voor de ChristenUnie, zit als directeur van basisschool ‘t Schrijvertje nog het dichtst bij dit vuur. Deze bijbelgetrouwe school in Apeldoorn geeft christelijk onderwijs aan 225 kinderen. Hij weet uit eigen ervaring hoe belangrijk de voorschoolse educatie kan zijn: “We krijgen weleens kinderen die uit het buitenland instromen en zich niet goed verstaanbaar kunnen maken. Door het taalprobleem kan een kind dan ook in sociaal opzicht klem komen te zitten.”

Met dit praktijkvoorbeeld in het achterhoofd pleit het raadslid er dan ook voor dat kinderen zo vroeg mogelijk bij hun taalontwikkeling worden geholpen. “Spelenderwijs ontwikkelen peuters zich op vele gebieden, dus ook in taal. En hoe kan dat beter dan in groepsverband? In het contact met andere kinderen pikken ze taal eerder op en dat helpt ook in sociaal opzicht: zo kunnen de peuters fijn samen ‘winkeltje spelen’.”

De focus binnen het onderwijskansenbeleid moet ook liggen op de ‘kinderen met taalachterstand’, vindt Aalbers. “Daarvoor is het van groot belang dat we goede contacten onderhouden met de consultatiebureaus. Zij hebben inzichtelijk welke kinderen het meest gebaat zijn bij ondersteuning in hun taalontwikkeling. De ChristenUnie is ook zeer voor gemengde groepen, waarin de kinderen met een grotere achterstand in taalontwikkeling zich kunnen optrekken aan anderen, om zo hun eigen woordenschat uit te breiden.”

Het raadslid ziet dat er op dit punt al veel goed gaat in Apeldoorn, maar constateert tegelijkertijd dat het voor eenverdieners die niet onder de VVE-regeling vallen, lastig kan zijn om gebruik te maken van voorschoolse educatie. “Deze vorm van opvang kost hen maandelijks veel geld waar niet altijd Kinderopvangtoeslag tegenover staat, dus we moeten vanuit de gemeente ook bekijken of we hierin iets voor hen kunnen betekenen. Ja, wij zijn voor een eigen bijdrage van ouders binnen de VVE, maar geen kind mag in dit beleid buiten de boot vallen. De ChristenUnie maakt zich immers sterk voor een all-inclusive samenleving waarin jong en oud, dus iedereen kan meedoen!”

Contact met de gemeenteraad

Heeft u een vraag, neemt u dan contact op met de raadsgriffie, via telefoonnummer 14 055 of via e-mail: gemeenteraad@apeldoorn.nl.

Blijf op de hoogte

Blijf dagelijks op de hoogte van alles waar de gemeenteraad zich mee bezighoudt via Facebook en Twitter.