Stedendriehoek

Apeldoornse ondernemers in coronatijd: ‘geen tijd om duimen te draaien’

Isokin Training & Fysiotherapie Apeldoorn

Half maart zorgde het coronavirus voor het stilvallen van veel ondernemingen. Contactberoepen mochten niet meer worden uitgevoerd om zo verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dat betekende dat ook alle behandelingen Johann de Jong van Isokin Training & Fysiotherapie Apeldoorn stil kwamen te liggen. “Alleen medisch noodzakelijke behandelingen mochten worden uitgevoerd”, vertelt Johann vanaf zijn Nederlandse vakantieadres.

“In de praktijk kwam het erop neer dat alleen in ziekenhuizen (2e lijns) fysiotherapiebehandelingen werden uitgevoerd. Iemand die bijvoorbeeld een hartoperatie heeft ondergaan, moet behandeld worden door de fysiotherapeut. Onze praktijk valt onder 1e lijns zorg en lag voor 99,9 procent stil. Een onverwacht bizar stille tijd waarin wij gelukkig zijn geholpen met een continuïteitsbijdrage door zorgverzekeraars. Natuurlijk dekt dit bij lange na niet alle kosten, maar alles helpt in tijden als deze. Want wij waren en zijn een financieel gezonde organisatie, maar een plotselinge sluiting van je onderneming hakt er hard in.”

Eind mei werden de eerste behandelingen weer opgestart, toen nog met volledige beschermingsmiddelen: mondkapje, handkapje en schort. “Deze beschermingsmiddelen gebruiken we nog steeds als we patiënten behandelen die revalideren van het coronavirus. Er is namelijk nog te weinig bekend over hoe besmetting plaatsvindt.”

Het beleid vanuit de overheid was streng, vooral in de beginfase, vindt Johann. “Natuurlijk waren maatregelen nodig, maar er werd op deze manier wel veel zorg gemist. Daarbij gold er een verbod voor ‘contact’beroepen, maar in bijvoorbeeld onze ruime oefenzaal hadden wij wel ‘behandelingen’ kunnen uitvoeren, op afstand uiteraard. Onderbroken behandeltrajecten hebben gezorgd voor achteruitgang bij patiënten. Dat betekende dat we vanaf juni – toen we hebben opgeschaald in het aantal behandelingen – veel inhaalzorg hebben uitgevoerd.” Op dit moment is het aantal behandelingen dat wordt uitgevoerd bijna weer op het niveau van voor de coronacrisis. Behandelingen vinden volgens de richtlijnen van het RIVM en de brancheorganisatie plaats. “Wij hebben het pand nu zo ingericht dat dit ook goed kan.”

“De kapper meer dan haren laten knippen”

Ook de kappers mochten hun werk niet meer uitvoeren, met matjes in de nek, uitgroei en gesleten haarpunten tot gevolg. Hoewel mensen soms zelf de schaar in de hand namen, werd dit vaak geen succes. Toen de kapsalons hun deuren weer (aangepast aan de richtlijnen) mochten openen, was het dan ook meteen weer druk.

Partners Hairstyling aan de Markstraat 2a werkt nu bijna weer op het niveau van voor de coronacrisis. Bertie Koolman houdt een maximum aan van 17 klanten in zijn zaak, terwijl hij er 27 binnen zou mogen laten. “Toen wij weer open konden heb ik extra personeel ingezet en de openingstijden verruimd. We konden merken dat de kapper toch wat meer betekent dan alleen je haren laten knippen. Een goed kapsel laat je immers goed voelen. Werken volgens de richtlijnen van het RIVM vraagt natuurlijk om allerlei aanpassingen. Zo hebben wij ook extra koopavonden ingesteld. Dit klinkt allemaal heel goed, maar extra personeel, ruimere tijden en een gat in je omzet door acht weken sluiting merk je goed.”

Een stukje bewustwording, dat is waar Bertie op had gehoopt bij de mensen. “Het is zuur dat veel ondernemers (nog steeds) in zwaar weer zitten, maar dat anderen ‘gewoon’ doorgaan met feesten en de maatregelen naast zich neerleggen. Ondernemers worden gehouden aan strenge regels en krijgen fikse boetes voor het minste of geringste, terwijl er niet of nauwelijks wordt opgetreden tegen onder andere feestende jongeren.

Elke branche is anders, en daarmee ook de gevolgen van de coronacrisis. Joey Ensing – Ensing Autoverhuur – zag zijn agenda acuut leeglopen toen in half maart veel branches werden stil gelegd. Tot 1 juli was het de tijd uitzitten. Nu ziet hij juist dat meer mensen een auto willen huren, als zij bijvoorbeeld niet met het openbaar vervoer willen reizen om zo drukte willen ontwijken. Dan is een huurauto een ideale oplossing.

“In mijn privéleven heb ik gelukkig geen mensen die ziek zijn geworden door het coronavirus. Qua zakelijk is het natuurlijk een ander verhaal. Werknemers die ineens niet meer naar het werk op locatie gingen, bedrijfsuitjes die werden geannuleerd, instellingen die op slot gingen en sportclubs die stillagen. Maar ook evenementen zoals de Roparun gingen niet door. Allemaal gelegenheden waarvoor gewoonlijk huurauto’s – groot of klein – worden ingezet.” De gevolgen van de coronacrisis liegen er niet om; een omzetverlies van zo’n 80-90% in de periode van half maar tot aan de zomer. “Maar gelukkig wonen we in Nederland en kregen we steun van de overheid.” Joey ziet de toekomst positief tegemoet. “Je bent ondernemer in goede en slechte tijden. We zijn er zeker nog niet wat het coronavirus betreft, maar er is inmiddels veel meer bekend over het virus. Eventuele nieuwe uitbraken worden veel sneller en meer lokaal aangepakt. De kosten laag houden en vooral vol goede moed de toekomst in; dat is waar wij voor gaan!”

“Geen tijd om duimen te draaien”

Wie denkt dat de bloemen- en plantenbranche gouden tijden heeft gekend doordat iedereen elkaar een bloemetje ging sturen in coronatijd, heeft het mis. “Ja, er was een toename te zien in het aantal particulieren dat een bloemetje kwam kopen – in de winkel of via bezorging, maar tegelijkertijd stortte de zakelijke markt in”, vertelt Tessa van Gorkink Natuurlijk. “Wij hebben gelukkig een gezonde mix van klanten, zowel particulier als zakelijk. In het begin van de coronacrisis zagen wij meer mensen in de winkel of die telefonisch een boeket bestelden en wij hebben in die periode meteen onze webshop heel goed opgezet, zodat bestellen nu nog makkelijker kan. Wij hadden echt geen tijd om duimen te draaien. Kijken naar wat wel kan, de winkel aanpassen om ruimte te creëren, acties op social media en ga zo maar door.  Stilzitten was geen optie. Er is een nieuwe werkelijkheid ontstaan en daarin zullen we allemaal moeten meebewegen.”

Dat de coronaperiode voor veranderingen zorgt was al bekend, maar in het geval van de bloemenbranche was er ook een nieuwe doelgroep te zien die gewoonlijk niet vaak in bloemenzaken te vinden is, maar nu graag wat groen of bloemen in huis wilde; namelijk een groep thuiswerkers die het thuis wat gezelliger wilde maken. Uit onderzoek van de branchevereniging bleek dat vooral mensen tussen de 25 en 35 jaar minder bloemen en planten kopen, iets wat in de thuiswerkperiode een ommekeer kende. “De zakelijke markt begint duidelijk weer aan te trekken dus we gaan vol goede moed de toekomst in!”

Dit artikel verscheen in de bijlage Ondernemen 055.