Stedendriehoek

GOED BEKEKEN | Vakantie

Dit nieuwsblad heeft een grappige gewoonte. De redactie gaat één week per jaar met vakantie. Deze keer is dat deze week. In het begin – ik beschrijf inmiddels ruim drie jaar dit hoekje – vond ik dat vreemd. Waarom zo kort? In de loop van de tijd ben ik het charmant gaan vinden. Het nieuws gaat door, dus waarom de krant niet?

En één nieuwsbreng-loos weekje uitrusten moet kunnen. Dan halen de persen even adem, kan de inkt pauze nemen. Mijn collega’s blijven heus wel langer weg van de burelen, dat regelen ze onderling en dan werkt degene die net terug is gewoon wat harder.
Zo losten we dat vroeger bij de KRO ook op; collega’s met kinderen konden weg tijdens de schoolvakanties en de anderen planden hun reizen of vrije tijd daaromheen. In de kleine twintig jaar dat ik voor de omroep werkte, koos ik meestal voor september of oktober. Met een beetje geluk was er dan een Indian summer om van te genieten. En vaak ging ik op reis, meestal naar de zon.
Dat zit er dit jaar niet in. Op een paar dagen camping in de Achterhoek na dan. Die hebben we al achter de rug.
Jammer genoeg, want het was geweldig.
Het is een groen oord, met zwaluwen die op de balken boven de toiletten zitten. Als je pech hebt, zorgen ze voor spetters op je hoofd. Je kon gadeslaan hoe de ouders hun jongen vliegles gaven, toen wij er waren. Een prachtig gezicht was het, waarin je het vertrouwen bij de jonkies kon zien groeien. We ontmoetten er leuke mensen, stadgenoten zelfs, met wie we praatjes maakten. In het belendende bos bewonderden we de vierstemmige beuk, we speelden reuzenschaak op een betegeld schaakbord, dronken prikwijn en vierden de vrijheid.
En voor de buitenlandbeleving is er altijd nog de poëzie.

Fijne vakantie gewenst. Tot over een week of twee.

Vakantie in Frankrijk
sonnetje voor een Blonde d’Aquitaine

Een berg, een dorp en dromerige paden.
Een rund, de loomheid zelve, kauwt op gras.
Een kerkklok tinkelt tijd weg, of het altijd vroeger was,
– ik zie twee vlechtjes in het zonlicht baden.

Al dromend op een pad in vroege uren.
Iedere ochtend naar de boulanger.
Een schuur passerend, steeds met het idee:
‘Waarom toch bouwen wij niet van die schuren?’

Het knapperige brood op de weg terug
wordt steeds een stukje korter – ondertussen
zie ik het dal, wat huizen en een brug.

Schoonheid in het land van de twee kussen
De loomheid ligt nog altijd op haar rug.
En van het dak vallen de eerste mussen.

Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.