Columns

Als in de jaren ‘80

Na het een tijdlang negeren van aandrang moest ik hoognodig even de auto uit. Ik nam de eerste de beste mogelijkheid op de A15. Sowieso een eindeloze snelweg van niets door niks naar nergens. Afijn, voor mij doemde iets op waarvoor het woord uitspanning op z’n plaats leek. Ooit neergezet om de vermoeide chauffeur met jengelende kinderen op de achterbank even de benen te laten strekken. Veel pleisterplaatsen zijn inmiddels felverlicht, in frisse kleuren geschilderd en hebben zelfbedieningscounters en muzak.
Maar niet overal verstaan ze de kunst van het soepeltjes meegaan met de tijd. Terwijl ik de auto achterliet naast een paar camions met buitenlandse nummerplaten en een met onkruid overwoekerd pad opliep richting de onlogisch gepositioneerde ingang, was ik in één klap terug in de jaren tachtig. De entree was zo donker dat ik even moest zoeken naar de juiste vervolgroute over het zwarte tapijt. De horecaruimte had een laag systeemplafond, bleek spaarzaam verlicht en was vooral erg leeg.
Het ontvangstcomité bestond uit welgeteld één man op leeftijd. Logischerwijs moest deze de verschillende horecarollen in zijn eentje invullen. Ik begreep heel goed dat ie voor een begroeting geen tijd kon vrijmaken. Als ie voor zijn dienst een stappenteller had omgedaan, dan zou deze inmiddels roodgloeiend uitslaan. Het was een kwestie van uitgekiende looplijnen bewandelen tussen de koffiecorner, de keuken om de frieten om te draaien, de kassa en de tafeltjes waaraan door inmiddels vertrokken klanten iets genuttigd was. Gelukkig waren er slechts drie bezoekers. Ik hoopte maar dat dat er ook niet veel meer zouden worden.
Het enige waaruit bleek dat het hier toch ook echt 2024 was, waren de prijzen op de menukaart. Helemaal van nu. En omdat alleen gebruik maken van het toilet maar liefst 2 euro moest kosten (vroeger waren ze toch gastvrijer…) zette ik mijn bezwaard gemoed opzij en de man extra aan het werk door een cappuccino te bestellen.
Tot mijn verbazing bleek de krant op de leestafel ook die van vandaag. Qua graad van ellende deed die trouwens niet onder voor een willekeurig exemplaar uit, pak ‘m beet, 1984. Dus snel opzij geschoven, koffie opgedronken en weer door. Bleef één vraag bij mij hangen terwijl ik de A15 weer opreed: wat is het verdienmodel van dit soort zaken?