Ondernemend

De Babbel 15 jaar deel 4

De interieurontwerpers van Scorpio Design ontwierpen de inrichting van De Babbel en verzorgen vijftien jaar later ook het onderhoud en de vernieuwingen van de zaak.


“Interieur is op maat gemaakt van onverwoestbaar Engels materiaal”

Ontwerpers van De Babbel houden interieur up-to-date

Met meetlinten en boeken vol stalen loopt het gezelschap naar de ingang in de serre. Op deze plek vinden al vijftien jaar lang – dag en nacht – gasten hun weg naar gezelligheid. Maar al dat geloop laat sporen na. Hier en daar ontbreekt een lampenkap. Het gordijn, dat gasten moet beschermen tegen koude wind, hangt er verloren bij. Om over de vloerbedekking nog maar niet te spreken. Die is op sommige plekken helemaal kaal.

Robin en Ageeth Bliault, interieurontwerpers van Scorpio Design, bekijken op hun gemak de toestand van de zaak die zij vijftien jaar geleden ontwierpen. “Als je hier rondloopt is het volledige  concept nog precies zoals we het bedacht hadden”, concludeert Ageeth trots.

Andy Thornton
“De inrichting van De Babbel komt grotendeels van het interieurbedrijf van Andy Thornton”, vertelt Robin. “Alles is op maat gemaakt en van onverwoestbare Engelse kwaliteit. Mede daardoor komen we vaak pas na flink wat jaren weer terug bij een zaak om vernieuwingen door te voeren.”

Vloerbedekking
“Die vloerbedekking in de serre, daar moet nu wel echt wat aan gebeuren”, vindt Ageeth. Twee grote mappen vol stalen komen op tafel. “Er ligt nu rood… Misschien tijd voor een ander kleurtje?”

Vandalisme
Na het opmeten van de vloer en een discussie over een nieuwe kleur verplaatst het gezelschap zich naar de eerste bar. Daar bevindt zich het – volgens eigenaar Jacco Talen –  meest gesloopte object van De Babbel, namelijk de lamp op de bar direct naast het opstapje. “Mensen gaan eraan hangen”, weet Jacco.
“En hoe later op de avond des te zwaarder men wordt.” Na een uitgebreide rondgang zijn alle gebreken genoteerd, oplossingen aangedragen én nieuwe ideeën bedacht. In de komende tijd worden de plannen concreet gemaakt, krijgt De Babbel een fris nieuw jasje en kan er dan zeker weer flink wat jaren tegenaan.

 

Martijn Jutten begon ruim 25 jaar geleden als glazenhaler bij Babbels voorloper De Tapperij. Inmiddels is hij in zijn rol als bedrijfsleider al vijftien jaar een vaste en zeer gewaardeerde kracht bij De Babbel en voor vele gasten een vast gezicht in de uitgaansnacht.


“Het was niet de bedoeling dat ik ook met borden zou gaan lopen”

Martijn Jutten is al vijftien jaar het gezicht van de uitgaansnacht bij De Babbel

“We begonnen met een manager voor het restaurant en de bediening. Ik zou alleen verantwoordelijk zijn voor de nacht”, herinnert Martijn Jutten (47) zich de start van De Babbel. Inmiddels kan zijn werkgever met een gerust hart op vakantie, want Martijn kan alles.

Maar aanvankelijk was het dus niet de bedoeling dat hij ook met borden zou gaan lopen. Van het een kwam het ander en Martijn schopte het in zijn rol als bedrijfsleider tot een vaste waarde en zeer gewaardeerde – stille – kracht binnen het bedrijf.

Werksfeer
“De omgang met mensen is wat het werk hier zo mooi maakt”, vindt Martijn. Naast de vele gasten doelt hij daarmee ook op het personeel dat hij heeft begeleid. “Veel jongeren beginnen hier aan hun eerste baantje”, weet hij. “Die zijn soms nog wat onstuimig, maar bedoelen het niet verkeerd. Het is mooi om te zien hoe ze opgroeien en hard willen werken. Als team werk je vaak zoveel uren samen dat er vanzelf een band ontstaat. En als mensen van elkaar op aan kunnen is dat weer goed voor de werksfeer.”

Way of life
Dat dit zo zou lopen had Martijn, toen hij in 1993 als glazenhaler in Babbels voorganger De Tapperij begon, niet kunnen bedenken. Maar ruim vijfentwintig jaar later werkt hij nog steeds in hetzelfde pand en voor dezelfde familie.

“Toen Jacco De Babbel overnam heeft hij mij gevraagd of ik ook wel voor hem wilde werken”, vertelt Martijn. “Ik hoefde daar niet over na te denken hoor, maar ik begreep zijn vraag wel. Want ik zou dit werk niet zomaar voor iedereen kunnen of willen doen. Ik zie het ook niet als gewoon een baantje. Het is een manier van leven geworden. En dan moet je wel een goed gevoel bij de eigenaar en het bedrijf hebben, anders wordt het niks.”

Cees Westerhout is al dertien jaar een vast gezicht aan de deur van De Babbel. Samen met het team van R&T Security zorgt hij wekelijks voor veilige uitgaansnachten.

 

“Komst mobiele telefoons heeft uitgaansleven wel veranderd ”

Onder de ogen van portier Cees Westerhout groeiden generaties uitgaanspubliek op

Al dertien jaar is Cees Westerhout (56) een vast gezicht aan de deur bij De Babbel. Maar ook daarvoor stond de grote vriendelijke portier in Apeldoorn aan de deur. Het merendeel van het Apeldoornse uitgaanspubliek is dan ook met hem opgegroeid en de volgende generatie dient zich aan.

Tweeëntwintig jaar geleden viel Cees een keer in bij voormalig discotheek Plaza di Christo. “In die tijd werd ik vaak bij de wat ‘moeilijke deuren’ neergezet”, vertelt Cees. “Plaza was toen zo’n deur, maar kennelijk deed ik iets goed, want eigenaar Jacco Talen vroeg of ik een vast gezicht wilde worden.”

Vaste waarde
Vele dronken droppies en gesuste ruzies verder verhuist Cees jaren later een deurtje verder naar De Babbel. Ook hier is hij een belangrijke vaste waarde en zijn de gasten iedere week weer blij hem te treffen. “Ik kom vrij toegankelijk over en houd wel van een grapje”, vertelt hij. “Maar je moet je wel aan de regels houden.”

Mobiele telefoon
Veel is in die jaren hetzelfde gebleven, maar de komst van mobieltjes heeft volgens Cees veel invloed op het uitgaansleven. “Mensen ontmoeten elkaar online in plaats van in de kroeg én ze hebben minder aandacht voor elkaar.” Vooral dat laatste vindt de portier oprecht jammer. “Als mensen met een telefoon al bellend naar binnen willen, dan houd ik ze altijd even tegen”, vertelt hij. “Ik wil namelijk eerst fatsoenlijk contact met mijn gasten om ze een goede en veilige avond te kunnen wensen.”

Hoe lang is Cees eigenlijk nog van plan een vertrouwd gezicht voor het uitgaanspubliek te blijven? “Eerst zei ik dat ik zou stoppen op mijn veertigste. Toen stelde ik het bij naar vijftig. Inmiddels durf ik geen leeftijd meer te zeggen en blijf ik gewoon, zo lang ik nog geloofwaardig ben voor de gasten en mijn collega’s.”