Columns

Verjaarskring

‘Oh ja, nu weet ik het. Je schrijft toch columns in dat krantje?’ Ik ben op een verjaardag, of eigenlijk een feestje ter gelegenheid van en heb op een van de laatst overgebleven stoelen in de kring plaats moeten nemen. Dan moet je de tijd maar met je niet uitgekozen buren zien door te brengen. Sommigen raken direct opgewonden van dat idee. Maar voor iemand met een sociaal ongemakkelijk karakter is het niet altijd een wild genoegen.
Het begint dus alweer goed. Ik probeer opborrelend ongenoegen over denigrerende opmerkingen nogal eens te beteugelen door een paar keer langzaam diep in en uit te ademen. Soms helpt het. Zoals eerst tot tien tellen voordat je reageert ook scheelt om dreigende verbale oorlogen in de kiem te smoren. Ik zou natuurlijk tegen mijn buurman een betoog kunnen beginnen. Over de negatieve gevolgen van het verdwijnen van de lokale pers, als kritisch volger van de lokale machten. En dat dat komt door steeds vaker samenklonterende en efficiënter werkende mediaorganisaties. Terwijl wij dagelijks merken dat er bij het publiek wel degelijk belangstelling is voor lokale turbulentie. En dat we juist blij mogen zijn dat er hier nog een florerende huis-aan-huiskrant is met veel aandacht voor… maar ik kies ervoor om te knikken, mijn koffiekopje op te pakken en met kleine slokjes leeg te drinken.
‘Maar jij kunt anders een aardig potje mopperen,’ gaat mijn buurman onverstoorbaar verder. Hij heeft zijn koffie al lang op en blijft mij aankijken met een blik die verraadt dat hij beet heeft en voorlopig niet meer zal loslaten.
‘Daar word ik voor betaald,’ antwoord ik afgemeten terwijl ik mijn leeggedronken kopje zorgvuldig tussen het andere servies op het tafeltje neerzet. Ik voel dat ik het warm krijg, niet alleen van de koffie. Kan ik alweer weg zonder de gastheer te schofferen?
‘Oh, als ik op mijn werk ergens kritiek op heb, krijg ik meestal stank voor dank. Anders was ik al binnen geweest’, klinkt het van links.
‘Toch het verkeerde vak gekozen, ik moet nog heel even, dan kan ik dus gewoon stoppen met werken…’
Vals, ik weet het, maar ik ben heel blij dat mijn buurvrouw ter rechterzijde onverwachts op mijn arm tikt. Of ze misschien iets mag vragen…