Stedendriehoek

Deventer en de slavernij

Het vooronderzoek ‘Deventer & Slavernij’ is afgerond. Met de publicatie van dit onderzoek is de rol van het toenmalige Deventer stadsbestuur en inwoners bij de slavernij in kaart gebracht. Het rapport is officieel overhandigd tijdens de Heri Heri-maaltijd op zaterdag 1 juli (Keti Koti). Deze datum is ook de officiële start van het Nationale Herdenkingsjaar.

Burgemeester Ron König zegt in een eerste reactie: “Veel wat er zich in die tijd afspeelde, wisten of vermoedden we al. Maar nu hebben we het door deskundigen bij elkaar laten brengen in een goed leesbaar rapport. Daarmee is die geschiedenis vastgelegd: iedereen in Deventer kan daarop reflecteren om te leren. We kunnen de geschiedenis niet herschrijven, maar we kunnen wel met z’n allen ons denken en handelen bijsturen, nu en in de toekomst.”

Eind 2022 gaf de gemeente Deventer opdracht voor het uitvoeren van het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door Esther van Velden en Siert Wieringa van de Overijsselacademie. Een begeleidingsgroep is daarbij betrokken geweest. De begeleidingsgroep is samengesteld uit een groep mensen van onder meer de Surinaamse, Curacaose, Indische en Molukse gemeenschap en een vertegenwoordiging van het Etty Hillesum Centrum. Uit dit onderzoek blijkt dat Deventer en Deventenaren op allerlei manieren betrokken waren bij slavernij, wereldwijd. Dat wil zeggen in vrijwel alle Nederlandse koloniën en binnen alle onderdelen van het koloniale systeem.

Naast deze conclusie staat in het onderzoek onder andere ook dat: de stad Deventer en particuliere Deventenaren investeerden in de West-Indische Compagnie (WIC), Deventenaren investeerden in de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), een aantal Deventer bestuurders als bewindhebber (deels namens de Staten van Overijssel) betrokken waren en er VOC- en WIC-opvarenden uit Deventer kwamen; er een VOC-schip was met de naam Deventer en dat de WIC beschikte over drie schepen met de naam Deventer. Een van deze schepen was met zekerheid actief betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel; talloze Deventenaren werkzaam waren in de koloniën overzee en bijvoorbeeld als plantagehouders direct profiteerden van de slavernij. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 werden bovendien Deventenaren gecompenseerd voor slaafgemaakten die niet langer hun bezit waren; als gevolg van de koloniale slavernij er al vanaf de zestiende eeuw mensen van kleur waren in Deventer. Zij zijn echter slecht gedocumenteerd in de archieven; bedrijven en families uit Deventer profiteerden van de koloniale handel, onder andere door de export van ijzerwerk, munten, bier, textiel en Deventer koek; Deventenaren nauwelijks een rol speelden bij de afschaffing van de slavernij.

Het rapport van dit onderzoek is aangeboden aan de gemeenteraad. Na de zomer gaat het college met de gemeenteraad in gesprek over de uitkomsten van het onderzoek. Het rapport van het onderzoek ‘Deventer & Slavernij’ staat op: www.deventer.nl/slavernijverleden