Columns

(KAARS)LICHT

Jan van Veen is overleden. Van Veen was bekend van het radioprogramma Candlelight. Kent u die romantiekradio nog? Op de achtergrond klonk trage vioolmuziek van Mantovani’s Greensleeves en Jan droeg op trage, lage toon de meest romantische gedichten voor.
Net nu de wereld veel meer Jan nodig had, is hij overleden. Jan had door de speakers van stadions moeten klinken om losgeslagen voetbalsupporters te kalmeren. Dat, wanneer die lui beginnen te etteren, Jan wordt ingevlogen om ze sussend weer naar hun stoeltje te begeleiden. Het clublied zachtjes op de achtergrond. Jan zou bij de formatie moeten zitten om dat spulletje gade te slaan en op zalvende toon dichter naar elkaar toe te brengen. Jan had Jutta’s blessure zachtjes goed moeten praten en de troonrede voor moeten lezen.
Ieder jaar zo rond december, zich in een rode tabberd moeten hijsen en de kinderen liefkozend toespreken. Jan zou premier moeten zijn en het land vertrouwen in moeten fluisteren. Dat het allemaal wel goed komt en dat we samen verder komen dan alleen. Hij zou met lage, trage toon de oelewappers die de misstanden zijn begaan binnen de NPO en alle andere proletenpartijen toespreken. Allemaal in dichtvorm. Wat rijmt er op aanranding of bepotelen? De waarheid voorschotelen.
Naast het praatje had hij voorzitter moeten worden in de Tweede Kamer. Rustig de politici manen tot inhoudelijk discussiëren en hij zou sommeren in de Kamer niet op de telefoon te scrollen. Jan leest de miljoenennota voor en elke eerste maandag van de maand klinkt om 12.00 uur niet het luchtalarm, maar leest hij een gedicht voor. Een liefdesgedicht over hoop en leven, verdraagzaamheid en intens kinderlijke verliefdheid. Het geeft iedereen dat kleine sprankje licht en hoop voor weer een nieuwe maand. Jan had de wereld kunnen redden met zijn warme woorden en zachte achtergrondmuziek.
Hij had de wolven bij de weides weg kunnen manen en de asielzoekers moed in kunnen fluisteren. Net nu Nederland een betrouwbare stem nodig heeft, gaat Jan van Veen heen. Net nu we warmte en (kaars)licht nodig hebben.