Stedendriehoek

‘Ik maak dit jaar grote stappen als rijder’

EERBEEK/LONATO – Dit jaar debuterend in de prestigieuze OK Juniorklasse, liet Robert de Haan met podiumplaatsen al meermaals zien wat voor talent hij is. Afgelopen weekeinde beleefde de twaalfjarige karter uit Eerbeek zijn voorlopige hoogtepunt van het seizoen: eerste in het dagklassement tijdens de eerste ronde van het Duits kampioenschap.

Hij stond er toch echt, op de hoogste trede van het podium op het circuit van Lonato. Twaalf jaar oud pas, net gedebuteerd in de OK Junior-klasse en nu al de beste. Logisch dat Robert ‘heel erg blij’ was na afloop. “Ik heb er ook heel hard voor gewerkt”, zei hij trots. “Ik maak dit jaar ook heel grote stappen als rijder. Aan het begin van het seizoen was ik niet zo sterk, maar ik heb beter leren verdedigen en betere racelijnen leren rijden.” 

Dat heeft de talentvolle Gelderlander te danken aan de hevige competitie op het hoge niveau van de OK Junior-klasse, maar zeker ook aan zijn team, de fabrieksformatie van Energy Corse. Daar wordt hij intensief begeleid en krijgt hij het laatste fabrieksmateriaal tot zijn beschikking om het beste uit zichzelf te halen. “Het gaat heel goed in het team. Ik voel me er op mijn gemak. Mijn monteur Mattia en ik hebben een goede band met elkaar, waardoor we elkaar heel goed begrijpen.” Hoewel Robert voorafgaand aan het weekeinde niet had verwacht te kunnen winnen, werd hem in de loop van het weekeinde duidelijk dat vooraan strijden erin zat. “In de trainingen zochten we heel erg naar de juiste afstelling; we verloren steeds veel tijd in de derde sector, maar in de laatste training vonden we wat het euvel was.”

In de kwalificatie snelde hij naar de zesde tijd in zijn groep en de achtste tijd totaal. Daarna was de eerste race van het weekeinde de eerste keer dat hij in Lonato in de regen moest rijden. Hoewel de omstandigheden listig waren, paste Robert zich snel aan en bewees hij tot de snelsten van allemaal te horen. Hij kwam als tweede over de finish en daarmee was duidelijk geworden dat hij op het Italiaanse circuit om de overwinning kon meedoen.

Dat bleek ook tijdens de tweede race. Die werd in halfnatte omstandigheden verreden en het was de vraag wat de beste afstelling was: een natweer- of een droogweerafstelling. Robert en zijn team kozen voor de droogweervariant. Dat bleek de juiste keuze. “Het was een moeilijke en rare race”, blikte Robert terug. “Gelukkig had ik best een goede start en ik lag op P1 na de eerste ronde.” 

In het vervolg was hij zo snel, dat hij een gat sloeg van vijf seconden. De race verliep lange tijd vlotjes voor Robert, totdat hij rijders achteraan op een ronde kon zetten. “Er werd niet met blauwe vlaggen gezwaaid. Pas toen ik zwaaide naar de baanmarshalls werden de vlaggen gebruikt.” Door het oponthoud had Luca Leistra ondertussen de aansluiting gevonden bij Robert. “Op een gegeven moment haalde hij me in, maar gelukkig pakte ik hem snel terug.” In de strijd om de koppositie op een nog altijd niet helemaal droge baan, schoot Leistra op een gegeven moment rechtdoor in een bocht en nam daarbij Robert mee. Die ging daarbij hard over de kerbs en door het gras, waardoor zijn stuurstang verboog. “We moesten toen nog twee rondes rijden en ik kon haast niet meer sturen. Gelukkig heb ik ze overleefd omdat ik een gat had op de nummer drie.” 

Daarmee pakte hij de winst en dus de dagoverwinning. Een knappe voortzetting van zijn toch al zo goede vorm. Een week eerder was hij in Angerville nog tweede geworden tijdens de eerste ronde van het Frans kampioenschap waar vrijwel de hele Europese top aan het vertrek stond. Met zijn zelfvertrouwen zit het dan ook wel goed. “Maar dat komt ook door het vele rijden”, zei Robert. “Daar leer ik heel veel van.”