Stedendriehoek

GOED BEKEKEN – Wind

Het is de ochtend van de dag waarop de storm is voorspeld. De storm die een naam mag hebben, de eerste die ons land aan zal doen. Ciara. Hoe zit dat met Z.? Afgelopen nacht preludeerde de wind ook in ons stadje op iets groters. Toen ik mijn slaapkamerraam vanochtend probeerde te sluiten zat de raamuitzetter klem. De raamuitzetter, denkt u nu wellicht, wat is dat? Dat is het officiële woord voor zo’n stang om je raam stevig vast te zetten, met gaatjes in het ijzer en zo’n pin.

Ik heb het op moeten zoeken, want, al heb ik hem bijna dagelijks in handen, hoe zo’n ding heet wist ik niet. Goed, die stang zat dus vast en de schroeven naast de pin waren omhooggekomen. Een veeg teken.

Hond en ik lopen door de vroegte. Met de schaarse medestraatgenoten wissel ik blikken van verstandhouding uit. Op de hoek Oudewand/Beukerstraat klappert zeildoek tegen de steigers. Misschien is het verbeelding, maar de sfeer is die van een stilte-voor-de-storm.

Een paar uur later zoeken de kinderen in digi-taal op hoe hard het waait.

Buiten fluit het.

‘Ruim zestig kilometer in Zutphen,’ roept dochter.

‘Op Terschelling wel tachtig!’ vult zoon aan.

We zien alledrie onze zomervakantieduin voor ons, denk ik. Maar voor ik dat kan staven, schiet het huiskamertheaterfestival me te binnen. Gluren bij de Buren. De kinderen hebben nul zin om mee te gaan. Misschien straks. Oké, dat improvisatietheater aan de Marspoortstraat willen ze eventueel wel zien.

‘Als het niet te lang duurt.’

Ik vertrek, voel al fietsend dat de wind is aangewakkerd.

Aan de Nieuwstad zie ik een tweeënhalf jarige peuter op de benen van zijn ouders stunten. Acroyoga, een familievoorstelling. De volkomen onbewogen blik van het jongetje in drakenpak is goud waard.

Na de voorstelling voel ik het meteen: weer meer wind!

Achter de muzikanten die Daniel Lohuesliedjes vertolken in de Marspoortgalerie, ziet het publiek passanten tegen Ciara worstelen. Haren en sjaals wapperen woest, een hoed wordt dieper op een hoofd gedrukt.

Lange leden da’k ’t leben

Zo mooi glanzend zag

Op dizze prachtig mooie dag

Project Lohues swingt, dat zal niemand ontkennen.

Het is gelukt mijn twee tieners naar Marspoortstraat 10A te lokken, naar de improviserende acteurs. Hebben we net onze fietsen op slot, plakt de eigenaar een papier op de voordeur: VOL.

‘Kan er echt niemand meer bij?’ vraagt zoon.

‘Mag niet van de brandweer,’ is het antwoord. ‘Kom maar naar de volgende set, gewoon een half uur eerder op de stoep staan, dan lukt het zeker.’
Daarin hebben pubers geen zin. Dat snap ik ook wel. Na één minuut Lohues maken ze rechtsomkeert om thuis te chillen.

Ik swing nog even, drink een cappuccino, maak een praatje. In Dat Bolwerck aan de Zaadmarkt luister ik even later met vrienden naar de masterclassleerlingen van Johannette Zomer en Maarten Koningsberger die Bach hebben ingestudeerd. Opeens vliegen de tuindeuren schuin achter ons open. Zou Ciara er eindelijk zijn? Op haar hoogtepunt? Er trekt een vlaag door de zaal. Een partituur waait op. Ik kijk om. Gastheer Vincent Peppelenbosch leidt twee laatkomers via een omweg over de binnenplaats naar hun stoelen. De deuren gaan weer keurig dicht.

Bachliederen zijn bij vlagen stormachtig, dat zeker.