Stedendriehoek

Goed bekeken – Mensenkennis

De Bokbierdag zit erop. De dag van de openbare dronkenschap en de daarbij horende uitwassen. Als ik zondagavond in het Bornhof drie bezopen mannen tegen een woonhuis aan zie plassen wordt mijn mensbeeld naar beneden bijgesteld.

Het is ook de week van de nationale collecte voor de brandwondenstichting. Zoon en ik helpen iemand uit de brand. Ze zoekt collectanten en wij gaan langs de deuren. In onze eigen straat en de straten en pleinen daaromheen. Collectebus en een stapel folders mee, jassen aan en we zijn er klaar voor.

Onze buurvrouw begint over een koffieafspraak en haalt kleingeld uit de huiskamer.

‘Ik wist niet dat je een relatie had met die buurvrouw,’ zegt zoon verbaasd.

Zijn vocabulaire wordt steeds volwassener. En we komen steeds meer over elkaar en de mensheid te weten, in de loop van dit deur-tot-deur-avontuur.

Een buurman van twee huizen verderop begint een betoog. Wat te doen bij acute brandwonden? Dat weten we toch wel? Voor we antwoord kunnen geven, geeft hij het. Groene zeep erop en als het kan een verband eromheen. Dat deed zijn moeder toen hij vuurwerkwonden aan zijn vingers kreeg als jongen. De groene zeep sluit af en… ‘We moeten door,’ maant zoon ernstig. Hij overhandigt de ervaringsdeskundige een folder en we vervolgen onze missie. De buurman daarnaast is herstellende van een operatie. Ik voel me meteen schuldig als blijkt dat we hem wakker hebben gebeld. ‘Is niet erg,’ zegt hij, ‘ik moest er toch uit.’ Hij neemt wraak door honderdtwintig stuivers door de geldopening te gooien, zodat de collectebus opeens zakt in mijn hand.

Welbeschouwd is collecteren een aanrader. Ik had me er niet speciaal op verheugd, maar het is hartstikke boeiend. De mensenkennis die je opdoet… Om de hoek treffen we de hulp van een bedlegerige mevrouw. ‘Ah, de brandwondenstichting,’ zegt ze herkennend. ‘Die waren gisteren bij mij, ik zal even iets uit mevrouw haar portemonnee pakken.’ Zoons mond valt open.

Volgende deuropeners prijzen onze inzet voor het goede doel, kijken extra blij als ze mijn zoon zien en bijna iedereen neemt de moeite om een paar euro’s te pakken. Iemand zonder cash probeert met haar mobiele telefoon te betalen. Tevergeefs. Op een van de stickers op de bus zit een code waarmee dat zou moeten kunnen, in digi-taal. Gelukkig, ze vindt toch wat kleingeld bij haar man.

We komen iemand met een bijzondere familienaam tegen: mevrouw Camper aan de Zaadmarkt. ‘Mijn naam is aan het uitsterven,’ vertelt ze. ‘Ik krijg veel reactie op hoe ik heet.’ We zien een bekende die wel thuis is maar niet open doet en er zijn deuropeners die enorm grappige dingen zeggen. ‘Hee, ik was u net aan het lezen!’ bijvoorbeeld. De tekst van een stralende man in een appartementencomplex. ‘Uw column in de Zutphense Koerier, dat is toevallig zeg, dat juist u voor mijn deur staat.’

Het meest opvallende citaat komt uit een intercom. Bijna iedereen doet de deur open en geeft iets. Maar deze vrouwenstem vraagt eerst: ‘De brandwondenstichting?’ (…), schreeuwt dan:  ‘IK HEB GEEN BRANDWONDEN!’

En dicht blijft de deur.