Stedendriehoek

Goed bekeken: Goddelijk

Nietsvermoedend zit ik aan de soep met mijn dochter. We hebben net eet smakelijk gezegd en beginnen te lepelen. Het is pompoensoep van catering-buurvrouw Lonneke, en die maakt nooit zomaar een soep. Deze keer zit er gesmolten misoboter in, gekarameliseerde pompoenpitten en koriander. Het gerecht is diep van smaak. Ik ben nog in gedachten verzonken over hoe ik het zo precies mogelijk zou kunnen beschrijven, wanneer mijn dochter een verhandeling begint. Thema is edelgasconfiguratie en de manier waarop de boter geen verbinding aangaat met de rest van de soep. Een gedeeld elektronenpaar in de buitenste schil is cruciaal in dezen. Na drie minuten uitleg kijkt ze me verheugd aan.

‘Dit heb ik net vandaag geleerd, toevallig hè?’

Ik knik verbouwereerd, doe het haar niet na, zo’n soep wetenschappelijk analyseren. Ik kom niet veel verder dan ‘een diepe smaak.’

Een dag later wandel ik met zoon en hond. We doen een rondje Vogelpark, treffen Eco Theunissen, de dierenverzorger die schapen, geiten, kippen en andere parkbewoners van voedsel voorziet. De inhoud van zijn bij de groene winkel opgehaalde voorraadtas wordt net door een bok geïnspecteerd en goedgekeurd. De rode en gele paprika steken af tegen de winterse achtergrond.

‘Dat ziet eruit als een feestmaal,’ roep ik hem van achter het hek toe. Theunissen loopt op ons af, een schaap achter hem aan.

‘Het is iedere dag weer een feest om bij dieren te zijn,’ vertelt hij. ‘Ik ben veel liever bij dieren dan bij mensen.’ Hij knikt in de richting van het zwarte monster, dat de arm van mijn zoon strak trekt. Ze heeft een lekker luchtje aan de oever geroken en in zo’n geval is onze hond mega-sterk en onredelijk dominant.

‘Bij dieren weet je altijd wat je aan ze hebt,’ vervolgt de dierenverzorger. Mijn zoon wordt zo ongeveer omver getrokken vanwege het verleidelijke luchtje dat steeds weer van iets verderop lijkt te komen.

‘Da’s zeker waar,’ zeg ik vrij nietszeggend.

Theunissen stapt over op een stichtelijke toon wanneer hij zich rechtstreeks tot mijn zoon wendt.

‘Zorg goed voor jullie dier, jongen,’ zegt hij. ‘Dieren staan direct in contact met God. En mensen ook, maar daar merken de meesten niets van. In de REM-slaap gebeurt het, weet je wat de REM-slaap is?’ Ik knik. De droomslaap en de diepe slaap. De afkorting staat voor Rapid Eye Movement, en het is ook de naam van een band. Ik overweeg dit mijn zoon te zeggen, maar diens blik staat nog altijd op geen interesse. ‘Dan staat je ziel in directe verbinding met de sterren,’ zegt Theunissen enthousiast. ‘God weet alles wat je doet en voelt, van binnen en van buiten.’ Zijn ogen zoeken contact met die van zoon. ‘Ik geloof daar niet in,’ zegt hij, de hond meetrekkend. Hij wil dóór. Ik begrijp het. ‘Maakt niet uit,’ zegt Theunissen, ‘wetenschappers hebben aangetoond dat de link er is, tussen de ziel en de sterren.’

Bij het woord wetenschap denk ik aan mijn dochters uitleg over edelgasconfiguratie.

Die leverde in elk geval een goddelijke smaak op.