Stedendriehoek

GOED BEKEKEN – Canto

Afgelopen zaterdag speelde het Simeon Kwartet de Canto Ostinato van Simeon ten Holt in de Buitensociëteit van de Hanzehof. Het is inmiddels een traditie. Als publiek kun je die liggend ervaren. Een grote groep bezoekers staat al ruim voor aanvang met slaapzakken en kussens in de rij. Na binnenkomst begint de speurtocht naar een goede lig- en luisterplek in de ruimte rondom de vier vleugels. De schoenen gaan uit en als ware kampeerders vlijen de muziekliefhebbers zich in de kring rondom de instrumenten alsof het een kampvuur-happening betreft. Ik weet dit omdat ik erbij was tijdens een eerdere editie. Dit jaar kon ik helaas niet.
Maar er komt gelukkig nóg een kans.

Laat ik eerst uitleggen wat de Canto is – mocht u m niet kennen. Componist Ten Holt schiep in de jaren zeventig een tonale compositie van variabele lengte voor toetsinstrumenten. Hij noemde het Perpetuum. Net voor de eerste uitvoering koos hij toch een andere titel: Canto Ostinato dat staat voor ‘een zich herhalende melodie.’
Minimal music: met relatief weinig tonen wordt een maximum aan variatie bereikt. Musici hebben een zekere vrijheid om te improviseren. Voor de Humanistische Omroep maakte ik een radioprogramma over de Canto onder meer met Colette Noëlle. Zij hoorde de muziek en wist: ik móet naar degene toe die dit heeft gecomponeerd. Ze verliet haar huis haard huwelijk en toog naar Bergen Noord-Holland. Uiteindelijk hertrouwde ze – met Simeon ten Holt.
Het stuk is bedwelmend. Dat vindt niet iedereen natuurlijk. Ik ken ook mensen die er kriegel van worden of zenuwachtig. Een vriendin ‘móet altijd schoonmaken’ zodra ze de Canto hoort. Wat mij betreft hoort het bij de categorie kunstwerken waarvan je je herinnert waar en wanneer je er voor het eerst mee in aanraking kwam.
Weesp 2000.
Pianist Kees Wieringa was een KRO-collega. Allebei werkten we voor het radioprogramma Damokles. We raakten bevriend en als hij bij mij was kroop hij achter de piano. Een oude warm klinkende Förster die ik voor tweeduizend gulden op de kop had getikt. Wat was ik daar blij mee. En wat huiverde ik toen Wieringa de hypnotiserende klanken van de Canto uit het instrument toverde. Het waren huiveringen van genot van herkenning van diepe ontroering. Grote woorden maar zo was het. En zo is het gebleven.
Deze week vertolkt Wieringa met drie collega’s (onder wie de 85-jarige pianist Polo de Haas) de Canto in het Concertgebouw in Amsterdam. Ook dat is een traditie. Hij werkt inmiddels als directeur van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum in oliestaat Qatar.
‘Je hebt je ziel aan de duivel verkocht’ zeg ik weleens. Dan dient hij me fel van repliek. Voorafgaand aan het concert zijn we van plan ergens wat te eten. Het gesprek zal over onze wederzijdse levens gaan over de liefde over de duivel. Ik zal vertellen over het Zutphens Simeon Kwartet.
Maar de magie komt ná het eten in het Concertgebouw.
Uit zijn handen. In onze oren.
Ook al zitten we gewoon op stoelen.

 

Eke Mannink voormalig stadsdichter van Zutphen bekijkt onze stad vanuit haar schrijfkamer aan het ’s Gravenhof. Zij houdt wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Zo onderzoekt Eke sprookjes in de Hoven flessenpost over het Waterkwartier of wanklanken uit de Muziekwijk. Om maar wat te noemen. Haar nieuws ligt op straat. Iedere week weer.