Stedendriehoek

Idealisme bij de wereldwinkel

APELDOORN – Al zo’n vijftig jaar kennen we in Nederland wereldwinkels. Ze zijn ontstaan als reactie op de wens van ontwikkelingslanden om producten van minder welvarende producenten uit de derde wereld toegang te geven tot westerse markten. Ook in Apeldoorn hebben we al zo’n 50 jaar een wereldwinkel, voorheen stichting Rijzende Hoop genoemd. Nieuwsblad Stedendriehoek sprak met twee idealistische vrijwilligers, Henk en Irma. Samen met nog ruim dertig andere vrijwilligers houden zij de wereldwinkel aan de Brinklaan in Apeldoorn draaiende en brengen zij het fairtrade gedachtegoed onder de aandacht.

Henk staat zelf niet in de winkel maar werkt achter de schermen. Hij is er actief sinds 2019. “Ik ben begonnen als invalkracht eigenlijk, een soort hulpje, en langzamerhand ben ik naar binnen gezogen en me ook gaan verdiepen in het fairtrade principe. Ik doe voornamelijk PR, wat automatisering, wat facilitair en ik ben bestuurslid.” Een van zijn eerste taken was het repareren van een computer. Hij vertelt over de beginperiode: “In eerste instantie was het zo dat er dingen gedaan moesten worden, heel praktisch. Ik ben er pas later achter gekomen wat fairtrade precies inhield. Dat heb ik uiteindelijk omarmd. Dit is een doel waar ik helemaal achter sta en waar ik vol voor wil gaan. Ik ben toen ook bestuurslid geworden omdat ik wilde dat deze toko nog actiever werd, nog meer het fairtrade gedachtegoed ging uitdragen en promoten. Om zo de zichtbaarheid in Apeldoorn te vergroten.”

Eerlijk loon

Irma is in januari 2022 begonnen als verkoopmedewerker. Ze staat één à twee dagdelen per week in de winkel. “Ik heb altijd gezegd: als ik met pensioen ga wil ik in de wereldwinkel gaan werken. Ik doe inkoop en ben ook actief in de PR-groep.” Haar motivatie is helder: “De idealistische achtergrond. Een eerlijk loon voor de arbeiders die de producten maken, dat was en is mijn doel.” Bij de wereldwinkel draait het om fairtrade. Fairtrade is een keurmerk en dit merk waarborgt de eerlijke behandeling en betaling van producenten in de derde wereld. Voorheen heette het Max Havelaar keurmerk, bekend van Multatuli’s boek Max Havelaar.

Cadeaus

Op de vraag wat er in de wereldwinkel zoal verkocht wordt, antwoordt Irma: “Het is begonnen met food, koffie vooral en dingen daaromheen qua food. Maar dergelijke producten zijn tegenwoordig ook in de supermarkt te koop, dus zijn we iets minder food gaan doen en iets meer cadeau-artikelen. Van alles: van zeep tot tassen, keramiek, beeldjes, producten van jonge kunstenaars uit Afrika.” De wereldwinkel is in de loop der tijd een cadeauwinkel geworden, maar wel een winkel met een boodschap. Irma: “We vertellen graag het idee er achter aan de mensen. Mensen die bewust hier komen weten dat ook, zij zijn er mee bekend.” Er is meer dan alleen de winkel. De vrijwilligers staan op markten om te vertellen over de fairtrade producten en ook worden er kerstpakketten verzorgd voor bedrijven of kleine cadeautjes geleverd bij trouwerijen. Deze vereniging is heel actief en kan vers bloed zeker goed gebruiken.

Duurzaamheid

Daarbij is de blik ook gericht op de toekomst. Een belangrijk thema daarbij is duurzaamheid. Al in 1992 sprak de Verenigde Naties uit dat vrede, ontwikkeling en milieubescherming onderling afhankelijk van elkaar zijn en niet van elkaar te scheiden. Anders gezegd: het fairtrade principe waardoor producenten in de derde wereld uit armoede worden getrokken enerzijds en een gezonde duurzame toekomst voor alle wereldbewoners anderzijds, gaan hand in hand. De producten van de wereldwinkel worden gemaakt met respect voor mens én milieu. Henk: “We zijn er over aan het denken om de focus wat dat betreft te gaan verbreden. Niet alleen fairtrade dus, maar meer dan dat.”

Alles voor een betere wereld, daar staat de wereldwinkel voor, zo werd ook duidelijk tijdens dit interview. Henk roept enthousiaste (jonge) mensen op om actief te worden bij deze mooie vereniging. “Goede ideeën omarmen we, want we zijn in beweging. In feite is dat deze vereniging ten voeten uit: we willen denkwijzen beïnvloeden. Daaraan kunnen jonge mensen zeker een frisse bijdrage leveren.”