Stedendriehoek

Het verhaal achter het oorlogsmonument De Dwangarbeider

APELDOORN – Recht bij het torentje van het Stadhuis op het Marktplein vind je op een van de pilaren het oorlogsmonument De Dwangarbeider. Dit is onthuld op 2 december 2004 ter herinnering aan de grote razzia die plaatsvond op 2 december 1944. 

In september 1944 werd in de Nieuwe Apeldoornsche Courant door de Duitse bezetters een oproep geplaatst om als arbeider aan de slag te gaan voor de Arbeitseinsatz. De oproep werd door de Apeldoorners massaal genegeerd. Ook aanplakbiljetten hadden geen effect. De Duitsers hadden gehoopt op 4000 mannen, maar de volgende morgen stonden er slechts zeven (anderen zeggen 36) op het Marktplein. De Duitsers waren furieus.

Op 30 september werd door de Duitsers een verzetsgroep gearresteerd; zes van hen en twee geallieerde vliegers werden  doodgeschoten in de vroege ochtend van 2 oktober. De lijken werden op acht plaatsen in Apeldoorn neergelegd. Op datzelfde moment werd Apeldoorn omsingeld en geluidswagens riepen om dat alle mannen zich moesten melden op het Marktplein. Op het Marktplein stonden uiteindelijk 11.000 mannen, waarvan er 4.000 in lange rijen werden afgevoerd langs het Apeldoorns Kanaal om te werken aan de IJssellinie. Na enkele weken waren zo’n 3500 van hen terug, 500 mannen bleven achter.

Grote razzia

Pogingen om begin november via oproepen nieuwe arbeiders te krijgen, mislukten wederom. Daarom besloten de Duitsers een grote razzia op mannen te houden op 2 december. Apeldoorn werd ’s morgens al heel vroeg gewekt door hevig schieten met geweren, pistolen en mitrailleurs. In een huis aan huis bezorgd pamflet stond dat mannen en jongens zich bepakt en bezakt moesten melden op de Markt. Huis voor huis zou worden doorzocht om te zien of er toch nog mannen waren achtergebleven. Weer gingen er executies  aan vooraf: twaalf mannen werden doodgeschoten bij de Willem III-kazerne en weer was het Marktplein  de verzamelplaats voor zo’n 11.000 mannen. De selectie leverde 4.500 mannen op voor wat de Duitsers de Arbeitseinsatz noemden. ’s Avonds werden ze afgevoerd naar het station in Apeldoorn en in twee treinen geladen, die via verschillende kampen in Duitsland vertrokken. Eén van de bestemmingen was Kamp Rees, een oude dakpannenfabriek.

De executies rond de razzia’s in Apeldoorn van 2 oktober en 2 december 1944,hebben uiteindelijk in totaal 79 Apeldoorners het leven gekost.

De bunker van Seyss Inquart

Weinig mensen weten dat zich op een steenworp afstand van Paleis Het Loo in Apeldoorn een ondergrondse bunker uit de Tweede Wereldoorlog bevindt. De bunker ligt naast de kantoorvilla van makelaars Hunink & Holtrigter aan de Loolaan 554. In totaal is de bunker nog geen 35 meter lang en 13,25 meter breed. De commandobunker werd in 1944 gebouwd in opdracht van Arthur Seyss-Inquart, die tijdens de Tweede Wereldoorlog de rijkscommissaris van Nederland was en dus het boegbeeld van de Duitse bezetter.

Seyss-Inquart gebruikte de naastliggende villa aan de Loolaan als buitenhuis. In de bunker had de rijkscommissaris een ondergrondse werk- en slaapkamer, twee douches en een toilet. Via de telefooncentrale stond hij in rechtstreeks contact met Adolf Hitler. Na zijn haastig vertrek aan het einde van de oorlog bleef de bunker mét de inboedel intact achter. Na de oorlog was de bunker een aantal jaren toegankelijk voor publiek. De bunker verkeert op dit moment in slechte staat, en is een stille en vergeten herinnering aan een beladen verleden. De stichting De Bunker van Seyss-Inquart streeft naar behoud van de bunker, zodat deze niet alleen een verleden maar ook een toekomst heeft.

Na de oorlog was de bunker een aantal jaren toegankelijk voor publiek. Bezoekers lieten in die eerste jaren meerdere spotprenten op de muren achter. De bunker heeft de afgelopen jaren echter onder water gestaan en de staat van het gemeentelijk monument was slecht. In 2017 is een grote restauratie gestart om de hele bunker waterdicht te maken en te herstellen in zijn oude staat. De spotprenten zijn daarbij voorlopig bewaard gebleven.

Om deze beladen plek toegankelijk te maken voor het onderwijs en voor belangstellenden, heeft CODA in samenwerking met Erfgoed Gelderland en stichting De Bunker van Seyss Inquart een virtuele tour samengesteld. In CODA VR Lab word je in Virtual Reality door een gids rondgeleid alsof je terug bent in het jaar 1948 toen de bunker werd opengesteld voor publiek. Het VR Lab in CODA is open op woensdagmiddag en zondag.