Stedendriehoek

Elektrisch autorijden

door Tanja Abbas
Begin januari hoor ik op de radio dat het aantal verkochte elektrische auto’s in Nederland in 2018 verdriedubbeld is ten opzichte van het jaar daarvoor. De enorme stijging is volgens de brancheorganisatie te danken aan de populariteit van steeds goedkopere modellen.

Wij zijn – sinds 2018 – gebruiker van een volledig elektrische auto: een exemplaar uit het middensegment. De jaren daarvoor reden we een hybride, dit keer is het echt menens. Ik kan niet langer terugvallen op het kleine benzinetankje als back-up.
Het rijdt heerlijk, ik moet alleen even wennen aan het voorbereiden en plannen van de autorit. Ik ben zo iemand die altijd net op tijd is. Niet omdat ik in de file sta hier in het oosten, maar omdat ik het presteer om net wat aan de late kant weg te rijden. Ik weet ongeveer de afstand, hoe lang ik over een rit doe en tot die tijd is er altijd wel wat te doen. Natuurlijk neem ik mij regelmatig voor om bijtijds te vertrekken – vooral na wat stressmomentjes bij tegenslag – maar om de een of andere reden lukt mij dat niet zo goed.
Tot nu toe dan. Elektrisch rijden betekent rekening houden met de actieradius van de auto. Die is in dit geval best groot, want je kunt er ‘s winters ongeveer 250 kilometer en ‘s zomers 400 kilometer mee rijden. Ik kan dus met een volledig opgeladen auto een heel eind komen. Alleen als ik op en neer naar de andere kant van het land rijd, is het van belang om een stop in te plannen om tussendoor op te laden. Dat betekent dat ik daar voor mijn vertrek al rekening mee moet houden. Je bent al gauw zo’n 20 minuten verder bij een snellaadstation. Dat lijkt lang, maar het woord zegt het al: het gaat echt snel. Wat een snellader in 30 minuten doet, daar kan je thuislader een hele nacht over doen.
Inmiddels ben ik aan de ingeplande stop gewend. Het is zelfs wel prettig, even zo’n rustmomentje. Ik drink ondertussen een kopje koffie, werk mijn mail bij of lees even wat. No big deal. Je moet alleen geen haast hebben. Bijkomend voordeel is dat ik niet meer in de rij voor de benzinepomp sta. Op de een of andere manier is er altijd plek bij de snelladers. Van de toegenomen verkoop van elektrische auto’s heb ik dan ook nog niet zo veel gemerkt. Dat gaat veranderen, zo hoor ik op de radio. Het bedrijf achter de snellaadstations verwacht deze winter een tekort aan laadplekken. In de winter verbruikt een elektrische auto namelijk meer stroom en moet hij langer laden. Iets om rekening mee te houden als ik – inmiddels gewend aan de reistijd en de oplaadtijd – toch weer geneigd ben om net wat te laat van huis te vertrekken