Stedendriehoek

Bodemverbetering door experimenten met steenmeel

door Leontien Krul, beleidsmedewerker van Het Nationale Park De Hoge Veluwe

n

STEDENDRIEHOEK – Sinds 2015 vindt er in Het Nationale Park De Hoge Veluwe onderzoek plaats naar de effecten van steenmeel in het heidelandschap. Steenmeel is een fijngemalen vulkanisch- of diepgesteente, dat mogelijk de bodemchemie en bodemmineralogie duurzaam kan herstellen.

Dit is nodig omdat door de extreem toegenomen verzuring de afgelopen decennia de mineralen in de bodem versneld zijn verweerd en uitgespoeld. De gevolgen van deze versnelde verwering zijn goed zichtbaar; de biodiversiteit van de heidegebieden is sterk achteruit gegaan. Heidevelden, heischrale graslanden en bossen verzuren, populaties van bedreigde planten- en diersoorten nemen af of sterven uit.

Hotspots met zeldzame planten en dieren
In het Nationale Park De Hoge Veluwe hebben we een aantal hotspots van zeldzame planten, waaronder de kleine schorseneer, de heidezegge en gelobde maanvaren, en dieren waaronder de aardbeivlinder, kommavlinder en de bosparelmoervlinder. De hotspots in het Park blijken te liggen op plekken waar infrastructuur van het voormalige vliegveld Fliegerhorst Deelen in de Tweede Wereldoorlog heeft gelegen. Na de oorlog is de infrastructuur weggehaald, maar is wel een hoop puin (stenen, beton) blijven liggen. Dit puin is verweerd en heeft mineralen afgegeven. Metingen tonen aan dat de bodem op die plekken minder verzuurd is.

Deze inzichten hebben bijgedragen aan het idee om steenmeel te gaan gebruiken in het natuurbeheer. Het idee is dat de mineralen in het steenmeel langzaam, gedurende een lange periode (20 tot 30 jaar), vrijkomen. Door een steenmeel te kiezen dat past bij de mineralen die uit de bodem verdwenen zijn, kan de bodem hersteld worden. Omdat steenmeel nog niet eerder in het natuurbeheer gebruikt is, is er een onderzoek opgezet om de effecten van steenmeel in verschillende soorten leefgebieden van de planten en dieren in beeld te brengen, voordat we het grootschalig gaan gebruiken. 

Positief effect op de bodem
Na drie jaar onderzoek kan gezegd worden dat de eerste effecten van steenmeel een positieve werking op de onderzoeksplekken op de droge heide laten zien. Ook zijn er in deze periode geen rare of negatieve effecten zichtbaar geworden. Op heischrale graslanden, zandverstuiving, een net aangelegde heideverbinding en in eikenbos zijn op dit moment nog geen positieve effecten aangetoond, maar de verwachting is dat ook hier steenmeel goed zal werken. Steenmeel werkt langzaam en het onderzoek op deze soorten gebieden is een jaar later gestart dan het onderzoek op de droge heide.

Het Park heeft het gebruik van steenmeel nu opgeschaald naar 40 hectare droge heide van matige kwaliteit. Wanneer ook de andere soorten gebieden positieve effecten geven, zal ook daar de toepassing opgeschaald gaan worden. Omdat de werking van steenmeel langzaam is, blijft het Park de effecten van het steenmeel op de onderzoeksplekken de komende jaren volgen om een goed beeld te krijgen van de werking van het steenmeel. Bij het gebruik van steenmeel blijft maatwerk van belang; er moet altijd goed gekeken worden naar soort gebied en de doelstellingen van het gebied.