Sport

‘Grote uitdaging met hoger niveau en betere rijders’

EERBEEK – Na een zeer succesvol debuutseizoen in de prestigieuze OK Junior-klasse in 2019 was de overstap van karter Robert de Haan naar de OK-klasse min of meer logisch. Dat het dertienjarige talent uit Eerbeek ook op dat hoge internationale niveau goed gedijt, bewees hij op het circuit van Adria in Italië. Bij de WSK Super Master Series eindigde hij tijdens zijn eerste raceweekeinde in de klasse als negende.

“Ik ben tevreden. Mooi dat ik meteen zo goed kon presteren”, zei Robert. “Dit is zeker niet verkeerd voor mijn eerste keer in een nieuwe klasse. Het was wel een beetje spannend, maar het was ook heel leuk. Alles was nieuw, het niveau is hoger, het gaat sneller, ik reed tegen nog betere rijders dan vorig jaar en dus was het een nog grotere uitdaging.”

Hoewel OK een zeer prestigieuze internationale klasse is met enkele van de beste karters ter wereld, vertrok Robert met veel vertrouwen naar Italië. De afgelopen jaren won de rijder van het fabrieksteam Energy Corse namelijk ongekend veel. Zo werd hij in 2017 onder andere Nederlands kampioen in de Rotax Max Minimax-klasse en in 2018 werd hij wereldkampioen Rotax Max bij de Junioren. En tijdens zijn debuutseizoen in de OK Junior-klasse won hij vorig jaar direct het DKM-kampioenschap. In de FIA Karting Academy werd hij bovendien derde in de eindstand. Dat was overigens nadat hem de titel was afgenomen vanwege een technische fout in de laatste ronde van de titelstrijd.

Dat hij in Adria direct goed presteerde, was dan ook geen grote verrassing. “In de training waren we al best wel snel. De heats gingen ook erg goed”, zei Robert. Daarin eindigde het jonge karttalent respectievelijk als derde, vijfde, derde en tweede. In de prefinale bewees hij met zijn derde plaats opnieuw zijn snelheid, om in de finale als negende te eindigen.

Hij mocht de finale vanaf de zesde plek starten. In de eerste meters claimde hij direct de derde plaats. “Daarna ging een aantal jongens verdedigen en werd het een chaotische race. Helaas zakte ik terug. Dat kwam ook door een tikje, waardoor ik van de baan raakte. Zo ben ik uiteindelijk negende geworden. De finale was heel spectaculair. Ik merkte dat veel rijders meer ervaring hebben dan ik. Ze rijden vooral heel slim en daar leer ik van.” Zijn resultaat in de finale had de snelle Gelderlander tevreden gestemd. “We hadden van tevoren geen specifiek resultaat in gedachten. Ik hoopte wel in de top tien te kunnen finishen. Dat is mooi gelukt. Uiteindelijk is het beter gegaan dan verwacht.”

Dat biedt perspectief voor het komende seizoen. Daarin rijdt hij alle WSK-wedstrijden (Italië) en het DKM-kampioenschap (Duitsland). “Ik denk dat ik wel goed kan presteren. Vorig jaar speelde mijn lengte in de OK Junior-klasse echt een rol. Als het warmer was, kreeg ik problemen met de kart. Nu voelde het een stukje beter aan. Ik pas beter in deze kart, die rijdt fijner omdat je meer snelheid hebt. Met mijn lengte is dat beter.”

Zijn volgende race is, zoals het er nu naar uitziet, de WSK Winter Cup. Die wordt nog deze maand op het circuit van Lonato in Italië gehouden. “Ik hoop daar natuurlijk weer goed te presteren.” Hoewel Robert één van de jongste rijders in de OK-klasse is, wilde hij niet weten van een leerjaar. “We gaan ervoor om te winnen!” (Foto’s: Vincent Franken/FM-Images)