Columns
Eke Mannink
‘Ik ging even sigaretten halen,’ zegt ze. ‘Op de fiets. Dat liep dus anders.’
Het was vrijdagavond 28 september. ‘Mijn man was naar het concert van Nick Cave, ik was alleen thuis met de jongens.’ Ik zoef in gedachten terug naar die bewuste vrijdag. Geliefde en ik waren toen op droomreis, op dat moment nog in Engeland, in een hippiestadje met leuke mensen en marktjes, onderweg naar Liverpool, vanwaar we met de ferry naar Noord-Ierland zouden vertrekken. Mijn broertje was die avond met zijn kinderen bij datzelfde concert van Cave. Laaiend enthousiast had-ie een paar filmpjes ge-appt. Hij is fan van het eerste uur.
Wazig van mijn flashback en de parallelliteit der dingen knipper ik met mijn ogen. Hier zit ik, tegenover Mirjam van Biemen uit de Kolenstraat. We zijn oude bekenden van elkaar, werkten tegelijkertijd voor KRO-radio, onder meer voor het programma Dolce Vita. Zij had een rubriek over het fenomeen kus, ik wandelde wekelijks met mijn hond en interviewde mensen over magische momenten. Nu, jaren later, zitten we aan haar keukentafel. We hadden destijds niet vermoed dat we ooit allebei in Zutphen zouden wonen. Zo gaan die dingen.
Het liep dus anders, dat sigaretten halen. Ze ging onderuit, in de bocht van de Lange Hof- met de Kolenstraat. ‘Ik wist meteen dat ik niet op kon staan,’ zegt ze. ‘Er kwam een aardige, Chinees uitziende mevrouw op me af, die vroeg of het ging. Er waren zoveel lieve mensen. Ik kreeg een dekentje, iemand waarschuwde mijn zoons. Een buurvrouw kon ze naar bed brengen, later die avond.’
Mirjam ging per ambulance naar het ziekenhuis in Apeldoorn. ‘Hier is de eerste hulp natuurlijk weg. Het was een lange rit. Toen we aankwamen, was het mega-druk. Maar ik werd meteen geholpen. Op drie plaatsen bleek mijn enkel gebroken. Een wond onder mijn knie werd gehecht, en tegen tweeën was ik weer thuis die nacht.’
Later werd ze geopereerd aan de breuken. De chirurg zei dat het allemaal goed zou komen, dat ze moest rekenen op zo’n negen maanden revalidatie.
‘Dat is natuurlijk lang,’ zegt Mirjam. ‘En duur. Opeens heb ik een werkster nodig, kan ik niet meer alles doen wat ik deed. Zo waren we bezig met plannen voor een b&b op de bovenverdieping, nu ik kom niet eens die trap op.’ Ze wijst naar de voet die op een stoel ligt, en de krukken die tegen de muur staan.
Van verschillende kanten hoort Mirjam dat ze niet de enige is, die aan het begin van de Kolenstraat onderuit is gegaan. Sterker nog, het zijn er velen. ‘Iedereen valt hier,’ zei Borgert van SuperNatuur, de winkel die vroeger aan de Lange Hofstraat zat. Zelf is-ie ook een keer onderuit gegaan, zonder schade gelukkig. Ooit bracht hij een gevallen klant naar het ziekenhuis.
‘Die keitjes zijn gewoon veel te glad,’ aldus Mirjam.
We nemen een slok thee en besluiten een oproep te doen: kent u, of bent u iemand die ooit viel op de bewuste plek? Laat het weten, en we kijken of we iets kunnen ondernemen.