Stedendriehoek

Mary halen

We weten dat je bestaat en we weten dat je bij ons komt.
Maar we hebben je nooit gezien, nooit aangeraakt, nooit geroken. 

Er was een datum gepland. Een dag waarop we je konden halen, ergens rond Pasen. Ergens in het midden van het land, want dat was handig. Met vijf lotgenoten zou je worden gebracht.
We weten dat je bestaat en we weten dat je in theorie al bij ons hoort.
We hielden ons vast aan die datum tot er een melding kwam.
Op ons scherm. Uit het niets. Jouw aankomst was een week verschoven. Zomaar. Omdat ze daar uitgebreid Pasen vieren.
Nu duurt het nog langer dan we al dachten. 

Vriend en ik hadden een plan. Tegelijkertijd. Los van elkaar. ‘We gaan haar halen. We gaan Mary halen.’ We begonnen dingen te regelen.
Met onze werkgevers, onze collega’s. We verplaatsten afspraken die we hadden staan.
We keken naar onze kinderen die prima voor zichzelf kunnen zorgen. We controleerden het oliepeil van de bus.

En we verheugden ons op jou. Heel erg. Bijna voortdurend.

Denken aan jou duwt het harde nieuws dat onze geesten dagelijks binnendringt even weg.
Het tienjarige meisje, dat voor haar ogen haar moeder zag doodbloeden. Haar door soldaten verkrachte moeder.
De oma die met haar kleinkinderen naar Kyiv vluchtte, omdat er geen schuilkelder onder hun flat zit.
De oude man die zijn leven lang het dorp niet heeft verlaten en nu weg moet van zijn kinderen.

Ontheemd zijn ze, allemaal. De Russische soldaat die deserteerde net zo goed als de
Oekraïense opgeschoten jongere die zich bekwaamt in het maken van molotov-cocktails.

Denken aan jou zorgt ervoor dat we even niet denken aan de pijn die we lezen in de ogen van de vluchtelingen op het journaal.
Maakt dat we niet constant hijgerig checken hoe het met de invasie staat. Veroorzaakt een pauze in het gepieker over de toekomst van onze kinderen.
 

Weer komt er een melding. Jou ophalen kan niet. Het is een verantwoordelijkheidskwestie.
Iets bureaucratisch, iets waar ze niet onderuit kunnen. En wij evenmin.
De afspraken worden weer aangezegd, de roosters kunnen terug naar hun oude invulling.
 

We weten het inmiddels.

We weten dat je bestaat en we weten dat je bij ons komt.
Maar we hebben je nooit gezien, nooit aangeraakt, nooit geroken.
En we moeten geduld hebben.

Je komt, dat is het belangrijkste.

Je komt.

Onze pup, uit Portugal.