Stedendriehoek

Lanterfanten

‘Mam, jij herkent nog niet eens een YouTuber.’ Puberdochter klinkt misprijzend. Ze heeft gelijk; ik herken vloggers noch YouTubers (in mijn ogen vaak types die niet gehinderd door enige kennis van zaken of echte belangstelling voor wat dan ook filmpjes maken waar de oppervlakkigheid van afspat), maar om daar nou meteen een waardeoordeel aan te hangen… Dochters vingers vliegen over haar telefoon. ‘Hier,’ zegt ze, ‘ik laat drie foto’s zien en dan zeg jij wie Enzo Knol is.’
Enzo Knol… de naam is blijven hangen omdat mijn zoon een paar jaar geleden trouw naar Knols filmpjes keek. En ik vind het een beetje een maffe naam, Enzo. Enzovoort, Enzoknol. Net als Erna, die naam neem ik ook altijd te letterlijk. Maar of ik vlogger Knol zal herkennen, geen idee. Ik zie binnen tien seconden drie zelfverzekerd ogende jongetjes op het scherm langskomen en gok: ‘De derde.’

‘Fout! Het was de eerste.’ Stiekem verlang ik even naar de tijd dat mijn zoon het enthousiast over filmpjes op ‘jouw tube’ had. Dochter stopt een hap salade in haar mond. ‘Zie je wel,’ mompelt ze al kauwend, ‘jij herkent niet eens een YouTuber.’
‘Dat heb ik ook nooit gezegd,’ is mijn verweer. Maar dat doet er niet toe en het pleit ook al niet voor me dat m’n geliefde Knol wél heeft herkend. Al gokte hij volgens mij ook.

We eten laat omdat we allemaal een volle dag hadden. Laat, maar lekker. Verse tomatensoep met rozemarijn, sperziebonensalade met tonijn en gebakken cantharellen. Die laatste doen me denken aan mijn vriendin Min, die er helaas sinds 2016 niet meer is. Zij kon de lekkerste cantharellen bereiden. Heel eenvoudig, in hete roomboter, snufje zout en peper. Beetje knoflook. Verrukkelijk.

Omdat de klok van zaterdag- op zondagnacht een uur terugging, zit ik de hele dag net naast het ritme. Dat heb ik, net als velen, ieder half jaar: dat je geest en lijf een paar dagen moeten wennen aan de nieuwe klok. Misschien dat daarom de rest van de internetdiscussie me ontgaat; ik moet nog op gang komen in de wintertijd.

En misschien wíl ik wel helemaal niet op gang komen. Dit is het seizoen waarop we in onszelf mogen kruipen, ons een beetje terug mogen trekken, toch? Omringd door de glorieuze kleurenpracht die de herfst tentoonspreidt, keren we naar de kern, de rust die in ons binnenste huist. Als we geluk hebben.

Ik schep nog een ladinkje paddenstoelen op mijn bord en verheug me op de avond. Dan ga ik in mijn pyjama op de bank cocoonen en even niets nuttigs doen.
Lanterfanten.
Wie schreef het ook weer: er is geen tijd – of is er niets dan tijd?
Precies dat gevoel.

 

Eb

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
Iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door ’t ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.

Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?

M. Vasalis

Uit: Vergezichten en gezichten