Stedendriehoek

Goed bekeken – Twente

Even geleden stond ik op de Uitmarkt. Zo kun je dat zeggen hè, als je er moet optreden: je stáát op de Uitmarkt. Als publiek bén je er. Ik verdenk mezelf ervan dat ik alleen maar ja’ tegen mijn uitgever zei om later te kunnen zeggen dat ik erop heb gestaan

Column Eke Mannink

Het staan vond zittend plaats. De bedoeling was dat ik in De Balie aan het Leidseplein door mijn uitgever geïnterviewd zou worden. Onderbroken door poëzie en muziek.

Met de muzikant, viool, loop-machine (zon apparaat dat opnamen maakt waar je direct overheen kunt spelen) mandoline en zingende zaag liep ik door een snikhete hoofdstad van de parkeergarage naar cultuur- en debatcentrum De Balie.

Aardige Uitmarktmedewerkers loodsten ons naar de technicus en we bekeken de ruimte waarin een en ander plaats zou vinden. De kleine zaal. Een ruimte met een licht koloniale sfeer hoge ramen van melkglas verdeeld in ruitjes die onverwacht veel licht vingen. Het wapen van Amsterdam in glas-in-lood vormde het middelpunt van het linkerbovenvenster in de andere wapens die ik niet kende. Het licht werd gezeefd viel zachtmoedig over het opgehoogde podium in de nis met de ruiten. Op dat podium stonden twee stoelen een tafel een plant een piano. Een uur later zat de zaal met vijftig stoelen zo goed als vol. Dat voelde stoer.

We begonnen.

Een muziekstuk een vers een gedachtensprong een slok water een onverwachte vraag – de dertig minuten die we toebedeeld hadden gekregen vulden zich snel. Voor ik het wist was het alweer klaar. Muzikant interviewer en ik waren opgelucht en voldaan; het was goed gegaan.

Het viel me op dat een mevrouw uit het publiek een tijdje bij de ingang bleef dralen toen we na afloop met een paar mensen in gesprek waren. Even later toen ik door het café liep schoot ze me aan.

‘Ik kén u zei ze met een verheugd en verhit gezicht, ook rond de bar was het warm. Ik ken u van de Looiersgracht daar liep u altijd met uw hond!’

Helaas kon ik haar gezicht niet thuis brengen maar het kon zeker kloppen; ik heb een paar jaar aan de Looiersgracht gebivakkeerd. Met border collie Dora.

‘Uit het gesprek begreep ik dat u nu in Zutphen woont ging ze verder. Bevalt het in Twente?’

Een minuscuul moment flitsten mijn gedachten naar begin jaren ’90 toen ik een paar maanden per Greyhoundbus door de Verenigde Staten reisde. Een medepassagier reageerde verrast toen bleek dat ik uit Nederland kwam. ‘Holland?!’ had hij gejoeld. ‘Isn’t that in Amsterdam?’

Wat is erger – intercontinentaal de weg kwijt zijn of de steden in je eigen land niet kunnen plaatsen? En ís het eigenlijk wel erg?

Dit alles overdenkende hoorde ik mezelf antwoorden dat Twente wellicht best leuk is om te wonen maar dat Zutphen de schilderachtige toegangspoort tot de Achterhoek is.

Onze VVV kan tevreden zijn;  mevrouw komt zeker eens kijken.