Stedendriehoek

GOED BEKEKEN | Ode aan Sesam

In de beslotenheid van ons busje rijden we door de avond. Het is tegen half negen, de gele straatlampen van Zutphen doemen op uit het donker. Maanlicht maakt de witte IJsselkade sprookjesachtig, ik verheug me op het vertrouwde kadoeng-kadoeng dat zo zal klinken, het ritme van de oude brug onder de autobanden. Zou het anders klinken door de sneeuw?

Het is een ander stadje waarin we terugkomen, dan dat wat we verlieten, bedenk ik me. In de tussentijd is er iets gebeurd, of beter: iets verdwenen.
Sesam, het eethuisje aan Oudewand, met de verrukkelijke gerechten en de vrolijke kok, bestaat niet meer. Ruim drie jaar geleden opende Nick Luken zijn restaurant in het beitelhuisje, een monumentaal pand aan de rand van het centrum. Hij gaf gestalte aan een droom: een zaak met puur eten, verrassende gerechten en een informele sfeer. Even speelde hij met het idee om het restaurant Saffraan te noemen, omdat hij dat een mooi woord en ingrediënt vindt. Maar Sesam won: het klinkt toegankelijk, gemoedelijk en verwijst bovendien naar een plant die tot de oudste om de olie gekweekte gewassen ter wereld hoort.
Sesam kwam tot een vrolijke bloei: bezoekers die de veelkleurige, uitheemse gerechten van Luken en zijn crew hadden geproefd waren verrast, keerden graag terug en vertelden het door. Niet alleen in en om Zutphen; al snel kwamen ook Randstedelingen een kijkje in de Zutphense keuken nemen, en meer dan dat. Luken werd uitgenodigd om te cateren in Amsterdam, kreeg verzoeken om her en der workshops te geven. Talloze gasten drongen aan op een kookboek van zijn hand, wegens de goddelijke combinaties van smaken.
De plek werd een oase voor vegetariërs en veganisten, maar ook voor liefhebbers van verfijnde vlees- of visgerechten. In de begindagen joegen gemeentelijke ordehouders meer dan eens het groepje Bourgondiërs van de stoep voor de poort van Sesam; het was in hun ogen iets té gezellig en daarom te druk en gevaarlijk.
Toen stak het virus zijn kop op. Net als veel collega-ondernemers werd Luken getroffen door de crisis. Hij opende een afhaalloket aan de achterkant van zijn zaak, het Rijkenhage. Het werden eenzame dagen; zijn vaste ploeg – koks Zack en Kelsang, trouwe supporter/boodschappenjongen Roy, stagiaire/taartenbakker Mila – mocht hem niet vergezellen in de kleine keuken. Het begon wonderwel weer een beetje te lopen en via het geopende raam kon er iets van de vrolijke conversaties worden opgepakt. Helaas bleek het niet genoeg; de financiële gevolgen van de crisis én een serieuze blessure nekten de kok. Ook een spontaan opgezette, lieve online crowdfunding-actie kon het eethuisje niet redden.

Kadoeng-kadoeng. Geluiden klinken terug met ronde hoek.
Bijna thuis. Nog net op tijd voor de avondklok.

Dit stukkie had ik, op deze laatste regels na, precies zo geschreven wanneer die kok en ik niet voor elkaar waren gevallen. Maar dat zijn we wél, gelukkig. Ondanks dat vind ik dat ik het kan maken: een ode. Met terugwerkende kracht.

Sesam, je was een parel van de stad.

Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.