Stedendriehoek

De meester in de werkplaats

Trots, dat is Frank. Op alle kinderen, collega’s en resultaten in zijn walhalla, zijn lab: het WALHALLAb. Natuurlijk niet van hem, maar het voelt wel als zijn honk. Hij is er dan ook vier dagen te vinden, tussen de machines en de kinderen. Het verhaal van Frank is één van de 100 verhalen die dit jaar gedeeld worden met de campagne Mensen Maken Nederland, vanwege het Nationaal Jaar Vrijwillige Inzet.

“Alles wat ik ooit heb geleerd en gedaan komt hier samen.” Frank van de Vooren laat de machines zien: lasapparaten, houtbewerkers, apparaten waar onderdelen voor drones gemaakt kunnen worden. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het staat er.

Zo’n drieënhalf jaar loopt hij hier nu rond, in de werkplaats in Zutphen. Ervoor was hij huismeester in een verzorgingshuis en was hij ook bezig met techniek. Dat juist deze vrijwilligersjobs hem aantrekken, is niet verwonderlijk. “Als kleine jongen keek ik altijd al met mijn vader mee. Hij had een medische-instrumentenhandel. Zelf heb ik allerlei opleidingen gedaan op het technische vlak en bracht ik met mijn eigen kinderen ook veel tijd door met allemaal technische klusjes in de schuur.” Vanaf 2004 kon hij door omstandigheden zijn werk niet meer uitvoeren en is zich gaan richten op vrijwilligerswerk.

Specialisten
Toen hij van WALHALLAb hoorde, wist hij al vrij snel dat dit echt wat voor hem was. “Via techniek kunnen jongeren zichzelf ontwikkelen. We hebben veel kinderen en jongeren over de vloer die om welke reden dan ook niet op school zitten.” De reden maakt voor de meesters van de werkplaats niet uit: iedereen is welkom, alles mag en niks moet. “Wij gaan uit van de kracht van de jongeren en kijken naar wat ze willen en waar ze goed in zijn.”

Ook in Rotterdam, Capelle aan den IJssel en Utrecht kunnen de kinderen terecht bij de meesters op het gebied van techniek, design, kunst, media en architectuur. “We werken met vakmensen die ieder een eigen specialiteit hebben. Hier in Zutphen hebben we echt een grootmeester in lassen, Jan. Henk en Maurice zijn weer goed in timmeren en onze jongste meester is Lindsay, een jonge vrouw van zestien jaar oud die bij ons alles heeft geleerd en nu ook zelf lesgeeft.” Frank is van de club degene die er het meest is. “De meeste andere mensen doen dit naast hun baan, maar omdat ik niet meer werk kan ik er veel zijn en dat vind ik ontzettend leuk!”

Trots
Dat Frank trots is, mag duidelijk zijn. “Het is gewoon echt heel leuk om te zien hoe jongeren hier zelfvertrouwen krijgen. Zeker voor de kinderen die niet naar school gaan, is het soms even wennen. Ze worden aangemeld en zijn niet altijd gemotiveerd. Maar dat verandert vaak binnen de kortste keren. Zo hadden we Tom, die alles kon en overal goed in was, maar geen zin had het anderen uit te leggen. Op een gegeven moment groeide het besef dat zijn houding hem niks opleverde en werd hij steeds hulpvaardiger. Intussen gaat hij zelfs met plezier naar school. Bijzonder vind ik dat.” Ook was er Dario, een jongen die steeds maar te horen kreeg wat hij niet kon. Oprichter Marco zag in elk geval waar hij wel heel goed in was en benoemde dat: schilderen. Een jaar later exposeerde hij in een van de ministeries. “Juist doordat deze plek geen school is, voelt het voor de jongeren ook heel anders. Wij kijken met een frisse blik en zijn heel praktisch bezig.”

In zijn element
Over tientallen kinderen zou Frank wel willen vertellen, maar er moet ook weer gewerkt worden. Wat zou er vandaag staan te gebeuren? Een insectenhotel van hout? Een experiment met rook om de opwaartse kracht van een vliegtuig te bekijken? Of wellicht een raket lanceren met perslucht en een colafles. Alles kan en meester Frank staat erbij, kijkt ernaar en steekt een helpende hand uit waar nodig. Van de werkplaats van zijn vader naar zijn eigen schuur en nu meester in het WALHALLAb: Frank is in zijn element.