Stedendriehoek

Uit de dichtbundel Een Merel bij het Raam

Quarantaine  

Ik zit stil voor het glas
te staren naar een wereld
die ooit anders was

Tegelijkertijd zie ik de bomen,
de vogels in de lucht en ’t groene gras
zij weten nergens van
dus ook niet hoe ’t vroeger was

Ik hoor de vogels fluiten
oh ik wil ook naar buiten…
Stil voor ’t glas
zie ik mijn land  F
Opzij – nee, niet meer hand in hand

De scholen en de kroegen dicht
Beschermd gezicht
De stad lijkt één gemaskerd bal
maar ’t is geen feest
onzichtb’re vijand – overal
en melden waar je bent geweest

Ik verlang naar hoe ‘t vroeger was
Een vol terras
en volop kinderen in de klas

Stil voor ’t glas mis ik contact
verlang naar iemand
die me pakt
Gewoon gezellig, blij –
Warm, vrolijk en dichtbij
weer mogen kussen

Gewoon even die hand
Zo troostend op mijn arm, mijn wang
Nee, doe maar niet – ik ben te bang….
‘k Laat me op afstand sussen

Merken de bomen, en de vogels,
en de lucht en ’t groene gras
dat ook – dat wat veranderd is…
dat wat ik mis
dat wat ooit was…

 

Stip ter Laan
www.uitgeverijvanwarven.nl/merel