Stedendriehoek

‘Ik ben gek op spelletjes’

STEDENDRIEHOEK – De rol van Morris Fischer in GTST was het begin van zijn veelzijdige carrière. Als acteur speelde Patrick Martens in tal van series en speelfilms. De sportieve Brabander zet zich ook in voor Stichting Semmy en loopt straks de New York Marathon voor het goede doel.

Naast acteren in onder andere Zoop en Keet & Koen heeft Patrick ook heel wat programma’s gepresenteerd voor Nickelodeon en Telekids. Theaterliefhebbers kennen hem waarschijnlijk wel als Sy Spector in de musical The Bodyguard. Sinds dit jaar is hij mede-presentator van Shownieuws en schuift hij geregeld aan bij Koffietijd als showbizzdeskundige.

 

Hoe kwam je bij The Bodyguard terecht en hoe kijk je erop terug?

“Ik was eigenlijk heel verbaasd toen ik door Stage Entertainment werd gebeld of ik auditie wilde doen. Ik kan namelijk helemaal niet zingen! Maar het ging om de rol van Sy Spector, de gemene pr-man. Eerst dacht ik: wil ik dat wel? Acht shows per week en alleen op maandag vrij. Maar ik ben heel blij dat ik het heb gedaan. Twee jaar voor volle zalen spelen is natuurlijk geweldig. Na het eerste jaar heb ik voor nog een jaar bijgetekend, maar dan parttime, want het was wel enorm intensief. Toen ik de rol afwisselend speelde met Ferry Doedens kreeg ik ook weer wat tijd voor mijn familie en vrienden. Het was fantastisch om te doen, maar het is ook fijn om mijn eigen leven weer terug te hebben.”

 

Je maakt je sterk voor homorechten. Wat kunnen we in Nederland nog verbeteren?

“Homorechten zijn eigenlijk niets anders dan mensenrechten. Ik wil niet anders behandeld worden dan een ander. Het zou goed zijn als er op scholen aandacht wordt besteed aan niet- klassieke gezinsvormen en dat twee vaders of moeders hebben niet gek of abnormaal is. Ook de politiek moet hier niet voor weglopen. Je moet gewoon kunnen zijn wie je bent.”

 

Je bent zelf op je 23e uit de kast gekomen. Was dat erg moeilijk voor je?

“Ja, dat vond ik heel lastig. Ik woonde toen al in Amsterdam en daar wisten mijn vrienden het wel. Maar mijn familie in Brabant nog niet. Ik had het in mijn hoofd heel groot gemaakt, dus de drempel om het te vertellen werd steeds hoger. Ik zocht steeds minder contact, waardoor ze zich nogal zorgen maakten om me. Toen ik het uiteindelijk vertelde was hun reactie: oh, is dat alles? Dat was zo’n enorme opluchting.”

 

Wie is je voorbeeld in je vak, en waarom?

“Eigenlijk heb ik niet echt één voorbeeld. Paul de Leeuw maakt echt te gekke programma’s, vind ik. Net als Johnny de Mol. Wat hij doet is echt gemeend en komt recht uit het hart. Daar heb ik veel respect voor. Juist die eigen stijl van iedereen vind ik zo leuk.”

 

Wat vond je tot nu toe het leukste om te doen?

“Dat is denk ik Zoop. Dat was zo bijzonder om te doen. De serie en drie mooie speelfilms maken met een leuke jonge groep. Het was de eerste kindersoap op televisie en een enorm succes. We hebben echt tv-geschiedenis geschreven met die serie.”

 

Waarom loop je de New York Marathon voor Stichting Semmy?

“Ik was al een hardloper en de NY Marathon stond wel bovenaan mijn lijstje om een keer te doen. Natuurlijk kende ik Stichting Semmy en ik zei meteen ja toen ik gevraagd werd. Het is zo belangrijk dat er meer geld komt voor onderzoek naar hersenstamkanker bij kinderen. Tijn heeft deze ziekte echt een gezicht gegeven. Hij heeft zoveel voor anderen betekend in zijn korte leven. Hij is echt een kleine grote held! Het is ook een beetje voor zijn nagedachtenis om me hier vol voor in te zetten.”

 

Wat voor programma zou je ooit nog willen doen?

“Tja, aan de twee mooiste programma’s heb ik al mee mogen doen: Wie is de Mol en Expeditie Robinson. Maar een programma als Uhhhh…. Vergeet Je Tandenborstel Niet, zou ik geweldig vinden. Ik ben namelijk gek op spelletjes. Het was een soort kinderprogramma voor volwassenen, waarbij mensen uit het publiek kans maakten om dezelfde avond nog op vakantie te gaan, zonder te weten waar naartoe. Zo’n soort show lijkt me te gek.”

door Madelon van Wetering