Stedendriehoek

Hulp van alle kanten voor tapuit op de Veluwe

STEDENDRIEHOEK – In Het Nationale Park De Hoge Veluwe en natuurgebied Planken Wambuis zijn dit voorjaar twintig nestkasten voor de tapuit ingegraven. Het project is een initiatief van Provincie Gelderland.

De tapuit is een zeldzame vogelsoort, die sinds drie jaar niet meer broedt op de Veluwe, maar er wel nog doorheen trekt. Provincie Gelderland onderzoekt samen met Natuurmonumenten, Het Nationale Park De Hoge Veluwe en Staatsbosbeheer of de nestkasten de tapuit kunnen helpen.

Tapuiten leven in duinen, open grasland, heide en stuifzand. Ze eten insecten en broeden in holen, meestal oude konijnenholen. In dertig jaar is het aantal broedparen in Nederland afgenomen van ruim 2000 naar ongeveer 300. Tapuiten broeden vooral nog in de duinen van Noord-Holland, in het Drents-Friese Wold en op de Wadden. Op de Veluwe broedt de vogel niet meer. Ze broeden tussen half april en half juni.

De tapuit is één van de tien vogelsoorten die Provincie Gelderland op de Veluwe extra beschermt. De provincie wil de tapuit graag terug als broedvogel in dit gebied. De Veluwe is een Natura2000-gebied en hoort daarmee bij het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden waar de provincie verantwoordelijk is voor het behouden, beschermen en versterken van de natuur. Daarnaast geldt in een Natura2000-gebied voor een aantal diersoorten ook een doelstelling: het moet goed gaan met de populatie. De tapuit is één van de soorten waar dit voor opgaat.

Eén zingend mannetje

Op het terrein van Het Nationale Park De Hoge Veluwe zijn dit voorjaar vijftien nestkasten op verschillende plekken ingegraven. In 2009/2010 werd nog melding gemaakt van totaal vijf territoria op de Pollen en het Oud-Reemsterzand, waarbij in drie gevallen ook uitvliegende jongen werden gezien. In 2019 is er aan de rand van de Pollen nog slechts één zingend mannetje waargenomen. “Toch zien wij tijdens de voorjaarstrek nog wel tapuiten foerageren op de Pollen, het Oud-Reemsterzand en Otterlose Zand, maar die vliegen door naar noordelijker streken. Om van die doortrekkers enkelen te verleiden om op het Park te gaan broeden, zijn er in samenwerking met de Provincie Gelderland en Herman van Oosten tapuitkasten geplaatst”, aldus Henk Ruseler, boswachter bij De Hoge Veluwe.

Natuurmonumenten heeft in natuurgebied Planken Wambuis vijf kasten ingegraven op plekken waar tapuiten hebben gebroed. Deze plekken bevinden zich in het rustgebied van het Mosselse Zand, vlakbij Otterlo. De zandverstuiving is in tweeën gedeeld: het noordelijke deel van het Mosselse Zand is opengesteld voor publiek en het zuidelijke deel is rustgebied en voor het publiek afgesloten. Ellen ter Stege, boswachter ecologie bij Natuurmonumenten: “We zijn benieuwd of de nestkasten dit jaar en wellicht ook volgend jaar tot broedparen in natuurgebied Planken Wambuis leiden. Onderzoeker Herman van Oosten heeft de nestkasten klaargemaakt en zal eventueel broedsucces monitoren in samenwerking met een aantal zeer bevlogen vrijwilligers.”

Twee jaar onderzoek

Provincie Gelderland heeft ongeveer 50.000 euro voor het project uitgetrokken. Onderzoeker Herman van Oosten monitort de komende twee jaar het gebruik van de nestkasten. Eerder onderzoek in de duinen laat zien dat bepaalde gebieden op het eerste gezicht voldoende nestgelegenheid bieden, maar dat tapuiten liever in kasten nestelen. De nestkasten bieden bescherming tegen natuurlijke vijanden en vergroten de kans dat de jongen overleven en kunnen uitvliegen. Maar het is niet makkelijk om tapuiten terug te krijgen als broedvogels wanneer de broedpopulatie eenmaal is verdwenen. Van Oosten doet ook onderzoek naar het voedselaanbod: vormen verschillen in dieet een verklaring waarom andere vogelsoorten, zoals de roodborsttapuit, nog wel voorkomen in de voormalige tapuitengebieden?

Naast het onderzoek van Natuurmonumenten, Nationaal Park de Hoge Veluwe en Provincie Gelderland doet ook Staatsbosbeheer onderzoek naar tapuiten. Staatsbosbeheer heeft zelf acht nestkasten gemaakt en deze ingegraven in de omgeving van Hoog Buurlo en Radio Kootwijk. Rick de Ruiter, boswachter ecologie bij Staatsbosbeheer: “Elk jaar zien we op doortrek tientallen tapuiten die vaak tot in mei in het gebied verblijven. Sommige vogels zingen zelfs even. Hopelijk kunnen we met de nestkasten een paartje verleiden om hier weer te gaan broeden.” Staatsbosbeheer houdt zelf bij hoe het hier verloopt.