Columns

Carnavalsoptocht

Het voelde, bedacht ik toen ik me in mijn gewone kloffie tussen de bontverklede carnavalsmeute naar voren drong om maar niets te hoeven missen van de vermaarde lichtjesoptocht waar dit Brabantse dorp bekend om staat, toch als een soort van ongeoorloofde daad hier te staan. Misschien maar goed dat ze me hier niet kenden. Alsof je zonder geldig kaartje brutaalweg op de eerste rij van de schouwburg was gaan zitten en niemand er wat van zei. Alleen de wind protesteerde en liet ons binnen een paar minuten alle hoeken zien waaruit ie gemeen kon waaien. Mijn vriend had niets te veel gezegd. Het was een zeer fraaie optocht, lang ook, met steeds grotere en hogere wagens die aan onze smartphones voorbijtrokken.

Even later stonden we strategisch opgesteld in de deuropening van een kerk. Deze was enkele jaren daarvoor voor een appel en een ei opgekocht door een plaatselijke, succesvolle ondernemer. Om er wat anders mee te gaan doen dan het huisvesten van de wekelijkse missen, iets waar te weinig gelovigen zich nog aan gewaagd hadden.
Omdat er op een verhoging was gebouwd, hadden we nog beter zicht op de nimmer opdrogende stroom langstrekkende deelnemers, die hun creaties zonder schade door de haakse bochten om het gebouw heen probeerden te sturen. Bovendien wist de wind ons op de drempel van het voormalige godshuis minder goed te vinden.
Een gedeelte van de kerk was voor de gelegenheid ingericht als cateringlocatie. Daar waren we niet voor uitgenodigd, werd ons duidelijk gemaakt toen we onze begerige ogen op de dampende schalen hadden laten vallen.
Ook de mate van gastvrijheid verandert wanneer een kerk in andere handen is overgegaan, beseften we, lurkend aan een pijpje pils dat we nog wel uit een krat hadden kunnen vissen. De luidsprekers binnen denderden de laatste restjes sacraliteit uit de hoge ruimtes en concurreerden met de kundig verborgen ghettoblasters die op de praalwagens buiten hun noten over het publiek bliezen. Gelukkig was de pastoor die er ongelukkig van had kunnen worden, nergens te bekennen.