Columns
Peter van den Boom
De bomenman begon, zodra hij bij de es was gearriveerd, geestdriftig oneliners te debiteren. ‘Wat een schitterend bladerendek zeg!’, ‘kijk die fraaie opgaande takken hier links!’ Tegelijkertijd begon hij de stamomtrek van de knoeperd op te meten. De eigenaar stond er ondertussen enigszins bedremmeld bij. Wat voor gezicht moest hij hierbij trekken? Verlekkerd, trots of bezorgd, want zag ie al voor zich dat zijn tuin mogelijk een bedevaartplek voor bomenworshippers zou gaan worden? Dan was het vast gedaan met de rust in het dorp, en zijn tot vandaag ongestoorde bezigheden binnenshuis. De hele dag door zou de bel kunnen schellen, vaag bomenvolk uit alle windstreken aankondigend, dat in zijn achtertuin het zorgvuldig gecultiveerde gazon naar de vaantjes zou komen drentelen.
‘Bijna vier meter in doorsnee!’, triomfeerde Bert. Met een futuristisch ogend apparaatje mat hij in één moeite door ook even de hoogte van de es. ‘Zowat 22 meter zeg!’ Hij keek daarbij veelbetekenend in de richting van de camera en noteerde daarna alle data direct op zijn telefoon.
‘Ik zou er graag een monumentale boom van willen maken en als zodanig registreren bij de Bomenstichting, als u dat goed vindt natuurlijk’. Dat zou dus in elke gemeente moeten gebeuren, als dat nog niet het geval zou zijn, bedacht ik direct. Straks gelijk opzoeken hoe dat in mijn stad is geregeld. Geef ze een status die bomen, het komt ze meer dan toe. Want ondanks alle shit om hen heen groeien ze rustig door, verschaffen ze de broodnodige schaduw en koelte aan een overspannen wereld, bieden ze vogels onderdak en vormen ze een voedselbron voor eindeloos veel insectensoorten. En ze zien er ook gewoon mooi uit, punt.
De manier waarop Bert zijn verlangen uitsprak, of eigenlijk een vast voornemen, was beleefdheidshalve verpakt als een vraag. De eigenaar van de es kon immers niet anders dan hiermee instemmen. Bert wist dat maar al te goed. Heel bomenminnend Nederland keek mee en zou bij een weigering over de eigenaar heen kunnen vallen. Oké, een monumentale boom erbij dus, staat genoteerd. Daar kon ik goed mee leven. Terwijl Bert opgewekt afscheid nam van de eigenaar en op zoek ging naar nieuwe bomen en eigenaren zette ik de televisie tevreden uit. Van den Boom kon er weer even tegen.