Stedendriehoek

Opgravingen houten molens zeldzaam

Foto: Gerard Gervedink Nijhuis

BATHMEN – Bij onderzoek op de Bathmense Enk zijn door Deventer archeologen onverwachts sporen van een laatmiddeleeuwse molen aangetroffen.

Al een paar maanden wordt archeologisch onderzoek op de Bathmense Enk gedaan in verband met de nieuwbouw die daar gaat plaatsvinden. Daarbij zijn al eerder sporen van heel oude boerderijen gevonden, maar de afgelopen dagen kwamen bij het graven op een andere plek sporen tevoorschijn, waarvan de harten van de Deventer archeologen steeds sneller gingen kloppen. In de opgraving werd een ronde structuur met een diameter van ongeveer 25 meter gevonden. De sporen lijken heel sterk op de resten die zijn aangetroffen onder de Boreel in Deventer, waar in de 15e eeuw een standaardmolen stond. Hier zijn ze niet van baksteen maar in hout uitgevoerd.

Vermoedelijk markeert de ronde greppel de vorm van de molenbelt, een kunstmatige heuvel onder de molen. De vierkante sporen vormen de resten van de zogenaamde teerlingen of van een kruisplaat waarop de molen rustte. Bij dit type molen kon de hele bovenkant van de molen richting de wind worden gedraaid. In de omgeving van de molen werden allerlei grotere en kleinere fragmenten van maalstenen gevonden. De hoeveelheid scherven tot nu toe is beperkt, maar wijst op een datering in de late middeleeuwen.

Historische bronnen

De vondst is opvallend, omdat er helemaal geen aanwijzingen waren voor een windmolen op deze locatie. In ieder geval vanaf 1772 lag de windmolen van Bathmen bij Oude Molen. De eerste vermelding van een windmolen in Bathmen dateert echter uit 1433. In dat jaar bevestigt de landsheer van het Oversticht, de bisschop van Utrecht, het leen van Seino van Dorth. Tussen de bezittingen die de heer van Dorth in leen ontvangt, wordt ook een windmolen in Bathmen genoemd. Die windmolen bestaat dan dus al en is daarmee in ieder geval ouder dan 1433.

Hoewel de exacte locatie van de molen voor 1772 onbekend is, werd deze in het verleden eerder in de omgeving van Oude Molen gezocht. Mogelijk lag deze voorganger echter dus op een heel andere locatie, aan de Bathmerenk. Omdat aanvullend historisch onderzoek nog moet plaatsvinden, valt niet helemaal uit te sluiten dat het hier een andere, historisch onbekende, windmolen betreft.

Een bijzondere vondst

Hoewel Nederland een windmolenland is, zijn opgegraven houten molens zeldzaam. Uit Oerle in Brabant komt een onvolledig opgegraven plattegrond en in Sint Denijs en De Panne (België) zijn vergelijkbare exemplaren opgegraven. De plattegrond in Bathmen is min of meer compleet en daarmee niet alleen van belang voor de geschiedenis van Bathmen maar ook voor de molengeschiedenis.

Het archeologisch onderzoek maakt deel uit van het veel grotere onderzoek op de Bathmerenk waar vindplaatsen uit de late prehistorie, Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen zijn opgegraven. Het is voor bezoekers niet mogelijk de opgraving te bezoeken.