Stedendriehoek

De IJssellinie, van verdedigingswerk tot sporen in het landschap

DEVENTER – Tijdens een tocht over de dijk van Deventer naar Olst of tijdens een bezoek aan landgoed De Haere kun je nog steeds sporen van een waterlinie tegenkomen die ons land tijdens de Koude Oorlog moest beschermen tegen een Russische invasie, Het Rode Gevaar. Onder de naam IJssellinie werd ons land in het grootste geheim beschermd, maar tegenwoordig kun je de sporen die zijn achtergebleven in het landschap bezoeken.

Nederland valt tegenwoordig onder NAVO, waardoor ons land onder een collectieve verdediging valt. Valt iemand een lid van de NAVO aan, dan worden er vanuit de NAVO gezamenlijk maatregelen genomen.

‘Noodbrug Ponton Plan Deventer’
Door de IJssellinie kon een 127 kilometer lange en 5 tot 10 kilometer brede strook land tussen Nijmegen en Kampen onder water worden gezet. Er waren plannen voor evacuatie van de ruim 400.000 bewoners van de IJsselvallei bij wie het niet bekend was dat dit ze mogelijk te wachten stond. Het geheime plan, officieel ‘Noodbrug Ponton Plan Deventer’ genoemd, was in de eerste helft van 1953 gereed.

Tot 1990 ‘top secret’
Door de IJssellinie in werking te stellen zou de opmars van de Russen worden vertraagd en kregen de geallieerden vanuit Groot-Brittannië tijd om Nederland te hulp te schieten. Het water zou dan wel een bepaalde hoogte moeten hebben; hoog genoeg om de vijand niet over land te laten oprukken, maar niet zo hoog dat ze met schepen konden binnenvaren. Om het water snel te kunnen laten binnenstromen én het waterpeil te kunnen controleren werd een aantal ingenieuze waterbouwkundige en militaire installaties ontworpen. Deze verdedigingswerken werden begin jaren ’50 in het diepste geheim aangelegd en tot 1990 bleef de waterlinie ‘top secret’.

In de naoorlogse jaren was de argwaan tegen de Sovjet-Unie groot. Het bleef onrustig op politiek terrein. Er was geen oorlog, maar ook geen vrede; het was de Koude Oorlog. Voor de westelijke geallieerden was dit aanleiding tot het Noord-Atlantisch Pact. Een aanval op een van de lidstaten zou volgens deze afspraak worden beschouwd als een aanval op allemaal. Als uitbouw werd korte tijd later de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht, bekend onder de naam NAVO.

Van alle NAVO-staten werd een redelijke defensie-inspanning verwacht, maar Nederland was het land na de oorlog aan het opbouwen en nauwelijks in staat om nieuwe defensies te ontwikkelen. Om toch aan de verplichting te kunnen voldoen startte in 1950 een geheim onderzoek naar hoe in heel korte tijd grote gebieden onder water konden worden gezet. Het idee van de IJssellinie was namelijk niet nieuw. Al in de 16e en 17e eeuw werd langs de IJssel grond onder water gezet om de vijand tegen te houden, met wisselend succes, doordat het peil van de rivier te wisselvallig was om als betrouwbare barrière te kunnen dienen.

Het idee van het onder water zetten of inunderen van een gebied om de opmars van de vijand te vertragen werd in de Koude Oorlog weer van stal gehaald. De internationale spanning nam toe en Nederland voelde dat het noodzakelijk was om het land beter te beschermen. In zo kort mogelijke tijd werden stuwen ontwikkeld die het water dat normaal door de Waal en de Neder-Rijn werd afgevoerd, de IJssel zou binnendringen. Daarmee zou een gebied van IJsselmuiden (ten noorden van Zwolle) tot en met de Ooijpolder (ten oosten van Nijmegen) onderlopen. In de Neder-Rijn bij Arnhem en in de Waal bij Bemmel werden stuwen geplaatst. Omdat uit berekeningen van de watertoevoer bleek dat het overstromen veel te langzaam zou gaan werd ook bij Olst een stuw geplaatst. Onder andere ter hoogte van landgoed De Haere werden sluizen in de dijk aangelegd die het water over de naastgelegen landerijen en dorpen voerde. Om de verdediging te versterken werden zestig bunkers en kazematten opgetrokken en werden in beton gegoten Shermantanks uit de Tweede Wereldoorlog in de IJsseldijken en in de op het land opgeworpen terpen geplaatst.

Een ‘top secret’ operatie
Alles wat met de IJssellinie te maken had was omgeven met een zeer strikte geheimhouding. Bij de aanleg/bouw werd vooral gebruik gemaakt van arbeiders uit de Randstad, die niet of nauwelijks in contact kwamen met de omwonenden. Trouwens, die maakten zich in de tijd van de wederopbouw niet druk om wat zich bij de IJssel afspeelde. Zelfs het parlement werd niet ingelicht. Burgemeesters en hoge ambtenaren van de gemeenten langs de IJssel waren wel op de hoogte, maar hadden te maken met een zeer ver doorgevoerde geheimhoudingsplicht. De geheimhouding van de IJssellinie werd officieel pas opgeheven in 1990, na de val van de Berlijnse Muur. Na de toetreding van Duitsland in mei 1955 tot de NAVO werd de IJssellinie langzamerhand overbodig. De eerste verdedigingslijn van de NAVO werd verplaatst naar de grens met de DDR (Oost-Duitsland).

In 1964 werd de IJssellinie opgeheven en werd begonnen met de (gedeeltelijke) sloop. Toch zijn er zeker nog veel sporen van de linie in het landschap aan te treffen. Op en rond het landgoed De Haere, even ten zuiden van Olst, zijn over een groot gebied verspreid een aantal kazematten, bunkers en andere werken zoals een noodhospitaal in gerenoveerde staat aanwezig. Aan de Westelijke IJsseloever, ter hoogte van Welsum, zijn nog te vinden: een zogenaamd landhoofd, een in originele staat verkerende commandopost en enkele kazematten.

In 2003 is de Stichting De IJssellinie opgericht, een vrijwilligersorganisatie met als doel de IJssellinie als een tastbaar monumentaal verdedigingswerk van de Koude Oorlog te herstellen, te beheren en in stand te houden. Het verdedigingswerk is open voor publiek, er worden rondleidingen en open dagen verzorgd. Wil je hierover meer informatie, neem dan een kijkje op de website www.ijssellinie.nl

Bron/beeld: Stichting De IJssellinie