Stedendriehoek

COLUMN Peter van den Boom | Wit is minder

Enkele maanden geleden maakte ik in een vloek en een zucht een afspraak voor een bezoek aan de tandarts in december. In mijn argeloosheid dacht ik, terwijl ik in korte mouwen en met de deuren open zat te werken en de vogels vrolijk in de liquidambar hoorde fluiten, dat dat geruststellend eindeloos ver weg was, en slaagde erin om de hele afspraak weer snel te vergeten.
Totdat je twee dagen voor de bewuste datum een weliswaar vriendelijk maar doch dringend herinneringsmailtje ontvangt. En je beseft, terwijl je in een dikke trui eerst even in je hoofd koortsachtig alle valide mogelijkheden langsloopt om het ongewenste bezoek uit te kunnen stellen, hier ga ik niet meer onderuit komen. Het digitale systeem van de mondfabriek heeft mij genadeloos klemgezet met een onverbiddelijke deadline. Niet komen opdagen binnen 24 uur kost sowieso pegels, was mij al eerder fijntjes duidelijk gemaakt. Dat wordt weer nerveus op een harde stoel in een wachtruimte schuiven.
Ik heb het hier al vaker gehad over vertoeven in medische wachtruimtes en dat ik daar nooit zo lekker op ga. De hele steriele witomgeving die ook in mijn tandartsenpraktijk is gecreëerd, zal vast psychologisch goed onderbouwd zijn, maar ik word er als aanstaand lijdzaam slachtoffer nogal wiebelig van. Geef mij maar wanden gesausd in lekker warme, geruststellende kleuren of bedekt met spectaculair fotobehang en een paar flinke plantenbakken ertegenaan. Beetje goeie muziek erbij… Wat is er mis met patiënten die zich, door een gezellige huiskamer na te bootsen, wat meer op hun gemak voelen voordat ze die vervloekte stoel moeten inschuiven? De eerste tandartsenpraktijk in de stad die tegen de overheersende witterreur durft in te gaan kan mij als vrolijke patiënt inschrijven. Ik beloof op mijn beurt plechtig dat ik geen moeite meer zal doen om eerder gemaakte afspraken eindeloos uit te stellen.