Stedendriehoek

‘Zoals anderen naar voetbal gaan, gaan wij naar de molen’

Jurre Riphagen en Ramon Kroes uit Vaassen behoren met hun 18 jaar tot de jongste molenaars van Gelderland. Zij kennen elkaar al sinds de basisschool en hoewel hun wegen scheidden op de middelbare school, kruisten deze elkaar weer door hun hobby. “We doen alles voor de opleiding samen”, vertelt Jurre. “Ook het bezoeken van diverse molens door Nederland.”

In ons land zijn er slechts een veertigtal beroepsmolenaars, maar wel meer dan duizend vrijwilligers. “Er zijn maar weinig jongeren die dit doen. In Nederland zijn circa vijftig vrijwillige molenaars onder de 25 jaar. Mijn vrienden en mensen die mij niet goed kennen, vinden het wel een gekke hobby. Maar mijn ouders en familie vinden het alleen maar leuk. Het is anders dan wat anderen doen.” Ramon vult aan: “Mijn familie stuurt regelmatig foto’s van molens met de vraag waar het is. Dat is wel heel leuk. Zoals anderen naar voetbal gaan, gaan wij naar de molen.”

Toelatingsexamen

Voor je zelfstandig als molenaar aan de slag mag, moet je eerst een opleiding volgen. Hoewel beide heren al langer op de molen actief zijn, mochten ze op hun 18e pas het landelijk toelatingsexamen afleggen. Afgelopen maand slaagden Jurre en Ramon hiervoor en in het voorjaar van 2021 hopen zij het landelijk examen af te leggen. Zij hebben voor het toelatingsexamen al 150 uur stage gelopen: 100 uur op een bekende molen (in hun geval in Vaassen) en 50 uur op een onbekende molen.

Ramon Kroes

Ramon is al sinds zijn 13e actief op de molen: “Ik heb het niet van huis uit meegekregen. Ik kan mij nog wel heugen dat ik vroeger een stapel snoepjes kreeg met een molentje erop. De snoepjes vond ik niets, maar de molen wel. Ik ben graag bezig met de natuur. Het niet weten wat er gaat komen, maakt het voor mij leuk.” Jurre kwam er in 2016 bij. Nadat hij de Molendag in Vaassen had bezocht en was rondgeleid door Ramon, kwam hij terug en ging hij niet meer weg. Wat hem trekt aan de molen? “Ik vind de combinatie van techniek en geschiedenis erg interessant.”

Gevaarlijke situaties

De Vaassenaren zijn één dag in de week bij een molen te vinden, voornamelijk bij de Daam’s Molen in Vaassen of Korenmolen Werklust in Oene. In de vakantieperiodes wijken zij ook weleens uit naar de Wimmenummer molen in Egmond aan den Hoef. “Dit is een poldermolen”, legt Ramon uit. “Simpel gezegd maalt deze molen geen graan, maar water. Het zorgt ervoor dat het waterpeil op orde blijft. Ik voel de verantwoordelijkheid wel om te zorgen dat de inwoners geen natte voeten krijgen. Dat maakt het ook dankbaar werk.”

Jurre Riphagen

Een van de belangrijkste taken van een molenaar is het op- en afzeilen van de molen. Dit is het open- en dichtrollen van de zeilen. Het zeil van een windmolen wordt op het hekwerk van de wiek gelegd en daaraan met touwen vastgemaakt, waardoor er meer wind gevangen kan worden. “Als opgeleid molenaar kun je de molen zelfstandig laten draaien en weet je inhoudelijk en technisch hoe het werkt”, vertelt Jurre. “Je zet de molen op de wind en kan gevaarlijke situaties herkennen. Dit is niet alleen leuk om te doen, maar ook goed voor het onderhoud van de molen. Ook moet je er een verhaal bij kunnen vertellen. De molen in Vaassen is bijvoorbeeld ook open voor toerisme.”

Molenaars één grote familie

Zoals eerder vermeld zijn maar weinig jongeren werkzaam als molenaar. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat Jurre en Ramon voornamelijk met ouderen te maken hebben. Hoe dat voor hen is? “Hoe langer je erbij bent, hoe gewoner het is”, merkt Ramon. “De gemiddelde leeftijd is, denk ik, wel 65-plus.” Hij lacht breeduit: “Het hadden mijn opa’s kunnen zijn. Het is net één grote familie. We zien elkaar ook in de privésfeer. Hoe ik de sfeer zou omschrijven? Gezellig en gemoedelijk.” Jurre sluit zich daar bij aan: “Het zijn goede vrienden geworden door de jaren heen.”

Om meer jongeren te enthousiasmeren voor het molenaarsvak, houdt Ramon zich bezig met het kweken van nieuwe aanwas. “We richten ons bewust mét jongeren óp jongeren. Dat werkt volgens mij het beste.”