Stedendriehoek

Wekelijkse column door Renske Kruitbosch | KRENTENBOL

‘Als je het zo bekijkt,’ aarzelt ze. En ik bekijk het zo.
‘Je vraagt bij de bakker ook niet om een gratis brood,’ vertel ik rustig.
Ik zit met een vriendin en we bakkeleien over het ondernemerschap. Daar word ik wild van. Positief wild. Waar ik minder blij van word, is de gang van zaken. De vriendin wil, net als ik, het liefste alles weggeven. Haar tijd, haar geld, alles. We lullen al jaren over dit probleem als ondernemer. Mensen zien diensten vaak als een (figuurlijke) vriendendienst. Kan wel ‘even’ tussendoor. Maar heel vaak ‘even’ duurt uiteindelijk ook lang.

Ik wil helemaal niet coacherig overkomen, hoor. Want aan die lui heb ik een hekel. Niet aan ze persoonlijk, maar aan het uitgekauwde vak. Je krijgt nu zelfs een knapzakkie geld van de overheid als je als ZZP’er start. Dan kan je gaan keutelen met zo’n coach. Als je nog geen complex hebt, dan wordt er wel één aan getheeleut.

Ontwikkeling is goed, maar soms is koers bepalen, je bedrijf bedenken en gaan met die bananenboot ook gewoon de manier. Vrouwen moeten kappen met dat gejeremieer. Hoe vaak ik niet hoor ‘mijn bedrijfje’. Hou je stil! Het is jouw immense toko. Jouw bedrijf. Niet ‘je’. Dat doen kerels ook niet. En twijfel je gek, dat is logisch. Maar als je gaat, ga. Jij bepaalt zelf je koers. Hoe mooi is dat? Je bent de baas over alles! Allememaggies. Pak advies aan van mensen die er verstand van hebben of die belangrijk voor je zijn. Laat negatieve loeders links liggen. Je wil ook geen stylingadvies van Nel Veerkamp.

Vroeger stond er steevast op mijn rapport dat ik niet zoveel moest kletsen, me niet mocht bemoeien met klasgenoten die het niet fijn hadden en dat ik minder de kar moest trekken. En minder grapjes maken. Veel minder grapjes maken. Ieder rapport. Elke periode. Drie jaar op rij. De mentrix somde al mijn geweldige kwaliteiten op als iets negatiefs. Het maakte me intens onzeker. Het paste niet in het vwo-stramien. Dit sudderde een aantal jaar door, totdat een mentor in de vierde klas me inschreef voor het Jongeren Lagerhuis. Ik debatteerde de planken uit het toneel en grapte de grootste bekken van de vloer. Ik leefde op. Ik kon doen waar ik goed in was. Verdedigen – dit keer geen mensen, maar stellingen. Als een vis in het water. Al mijn ‘slechte’ karaktereigenschappen maakten me het mens dat ik ben. De columnist, cabaretier en ondernemer. ‘Een rare krentenbol,’ zou de bakker zuchten.

Renske Kruitbosch is schrijver, columnist en heeft een eigen communicatiebureau, waar zij concepten ontwikkelt en communicatiestrategieën bedenkt en uitvoert. Daarnaast schrijft zij teksten, en gedichten, bedenkt ze slogans en schrijft ze speeches. Haar motto: mensen zijn gek en humor redt alles. www.renskekruitbosch.nl