Stedendriehoek

Termijnen voor uitgestelde zorg in ziekenhuis ‘onhaalbaar’

Ziekenhuizen kampen met uitdijende wachtlijsten voor de planbare zorg. In juli ging het om 180.000 tot 200.000 uitgestelde operaties, terwijl sindsdien het aantal coronapatiënten in ziekenhuizen weer gestaag toeneemt. Mensen met spataderen, staar of een versleten heup wachten soms zo lang dat hun relatief eenvoudige aandoening complex wordt. Hoe bepaalt een ziekenhuis wie nu zorg nodig heeft? “Het kan helaas gebeuren dat iemand al sinds het begin van de pandemie onderaan de wachtlijst bungelt.”

Allereerst: ziekenhuizen staan zelf voor de keuze wie aan de beurt is, maar worstelen met een personeelstekort. Operatiekamers (OK’s) kunnen daardoor vaak maar op 70 tot 80 procent van hun capaciteit draaien, zeggen medisch specialisten. De acute zorg – voor mensen met bijvoorbeeld zuurstoftekort door Covid-19 of vanwege een keizersnede – verloopt nog wel volgens planning. Dat was ook zo tijdens de pieken van de coronapandemie.

Onderaan de wachtlijst
Ziekenhuizen maken hun planning in teams van medisch specialisten. Jaap Bonjer zit als hoofd chirurgie in het Amsterdam UMC in zo’n team en bepaalt wekelijks met zijn collega’s welke patiënten er op het programma komen voor een behandeling. “De zorg die we binnen zes weken willen leveren aan kwaadaardige afwijkingen, halen we altijd. Andere behandelingen stellen we uit”, zegt Bonjer, die ook voorzitter is van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. “We kijken hoezeer een patiënt lijdt en wat de gevolgen zijn van het uitstel van de behandeling. Het kan helaas gebeuren dat iemand al sinds het begin van de pandemie onderaan de wachtlijst bungelt, omdat er steeds urgentere gevallen voorbijkomen.”

Volgens Sjoerd Bulstra van het UMC Groningen, tevens voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, komen er nu patiënten aan de beurt die al veel eerder geholpen hadden moeten worden. “Als een heupprothese te lang loszit, kan het omliggende heupbot breken en ben je verder van huis. We zien ook mensen met staar voorbijkomen die niet meer zelfstandig kunnen leven. Dat is niet levensbedreigend, maar kost de samenleving wel veel.”

Volgens de zogenoemde urgentielijst, een leidraad uit april 2020, voor de gewenste behandeltermijn van duizenden planbare ingrepen, moet een pacemaker binnen twee weken geplaatst worden en een borstverkleining binnen drie maanden worden verricht. “Deze termijnen komen uit het begin van de coronacrisis. Ze zijn te optimistisch en worden niet meer gehaald”, zegt Bulstra. “De precieze wachttijd verschilt sterk per ziekenhuis en regio.”

Urgentielijst
Ook ligt het inplannen van zorg niet zo eenvoudig als de urgentielijst doet voorkomen. Bulstra: “Je moet kijken naar de patiënt achter de behandeling. Eerst kijken we naar iemands fysieke conditie, vervolgens kijken we ook of iemand bijvoorbeeld ook een baan heeft of mantelzorger is. Deze factoren spelen ook mee in de urgentie van iemands behandeling.” Ook chirurg Bonjer noemt de urgentielijst een richtlijn. “Iedere patiënt en situatie is anders.”

Ook kinderen worden per geval bekeken. “Afwijkingen die de ontwikkeling van het kind kunnen beïnvloeden, krijgen voorrang. Maar een kind gaat niet per definitie voor een volwassene”, zegt Bonjer. In het Amsterdam UMC komen de medici volgens hem er onderling in goed overleg uit, en hebben patiënten ook begrip voor de situatie.

Volgens Bulstra is dat wel anders geweest. “Aan het begin van de pandemie was het een soort oorlogssituatie, waarin operateurs van alle ziekenhuizen vonden dat hun eigen patiënten eerst moeten. Met name de orthopeden en oogartsen trokken aan het kortste eind omdat hun ingrepen niet urgent genoeg zouden zijn, terwijl het verlies van gezonde levensjaren veel groter is bij de orthopedie dan bij de oncologie. Denk maar aan iemand die niet meer kan lopen en daardoor overgewicht krijgt. Inmiddels spreken de medisch specialisten wat eerlijker over wie er aan de beurt is.”

Personeelstekort
Hoewel het aantal coronapatiënten in ziekenhuizen in oktober ruimschoots is verdubbeld naar 697, is dit momenteel niet de grootste zorg van Bulstra en Bonjer. “Het personeelstekort is nu het probleem. Voor de coronapandemie stonden er landelijk 14.000 zorgvacatures open, volgend jaar verwachten we dat dit er 75.000 zijn”, zegt Bonjer. “Door het tekort aan personeel kunnen we ook minder praktijkbegeleiding bieden aan nieuwe aanwas.”

Volgens Bulstra kan de zorg efficiënter worden ingericht in de regio. “We werken steeds meer samen met kleinere ziekenhuizen en privéklinieken in de regio, die zich helemaal specialiseren op bijvoorbeeld staar, heupen of knieën. Hier is de zorg veel efficiënter en daardoor goedkoper. Regionale klinieken zijn ontzettend welwillend, alleen is het een gedoe met geldstromen van verzekeraars naar ziekenhuizen. Ik zou zeggen, vergeet de concurrentie in de zorg, daar zijn we allang voorbij.”