Sport

KNLTB-bestuurslid Jacco Eltingh: ‘Ons motto was: het lukt alleen als we het samen doen’

Hij vierde eind augustus zijn vijftigste verjaardag. Vanwege corona werd het niet het spetterende feest dat bij zo’n kroonleeftijd hoort, maar Jacco Eltingh moppert zelden. Met zijn vrouw Hellas ter Riet, net als Jacco voormalig proftennisser, hun drie zonen en andere familie heeft de Epenaar toch van een bescheiden samenzijn mogen genieten.

Eltingh, technisch- en commercieel directeur bij de KNLTB, heeft met de tennisbond een uitermate grillig jaar achter de rug. Een jaar van uitstellen, inplannen en meedenken met de getroffen verenigingen. Via zijn ‘Sjakies Blog’ op de website knltb.nl hield de geboren Heerdenaar tennissend Nederland en andere geïnteresseerden op de hoogte van de ontwikkelingen in tennisland én zijn privéleven.

Veilige sport

“Na de eerste persconferentie van Mark Rutte in maart ging het tennis ook op slot. Gelukkig voor de jeugdspelers mochten zij vrij snel daarna, eind april, weer beginnen. Dat was meteen goed nieuws voor de tennisleraren, een grote beroepsgroep die daardoor ook weer aan de gang kon”, blikt Eltingh terug op die verwarrende eerste weken in de coronacrisis. “Het Nationaal Tennis Centrum (NTC) in Amstelveen, dat na de opening in december vorig jaar eveneens weer tijdelijk moest sluiten, mocht toen ook weer open. En in mei waren tevens de volwassen tennissers weer welkom op de banen. Tennis is ook in coronatijd immers een relatief veilige manier van sporten en bewegen.”

Maar die herstart kwam later dan het jaarlijkse begin van de voorjaarscompetitie van de KNLTB in april. En zoals de lopende sportcompetities in maart abrupt werden beëindigd, zo kon die voorjaarscompetitie dus helemaal niet doorgaan. “Het betrof uitstel, nog geen definitief afstel. In het najaar zijn we toch aan deze competitie begonnen, maar na vijf van de zeven speeldagen moesten wij de boel toch stopzetten.”

Online webinars

Voor Jacco Eltingh en de tennisbond was 2020 dus meer een administratief dan een sportief jaar. “We hebben een versneld traject van dienstverlening doorlopen. In een rap tempo hebben we online webinars georganiseerd voor verenigingsbestuurders en tennisleraren, die zowel een klant- als productgericht karakter hadden. Ons team werkte vanuit huis en creëerde een enorme output: groter nog dan waar we op kantoor al aan toe kwamen. De informatieverstrekking voor de accountmanagers kwam eveneens in een stroomversnelling terecht, en in alles wat we deden stond één motto centraal: ‘Het lukt alleen als we het samen doen. Je kunt het niet alleen’.”

Omdat fysieke bijeenkomsten er al die maanden noodgedwongen bij inschoten, werd het gros van de informatie dus via digitale meetings verstrekt en gedeeld. “Gelukkig gingen de instroomtrainingen, ook bij de clubs in deze regio, wél door. Zij wilden graag bereikbaar zijn voor hun omgeving. Daarnaast verzorgden we de zogenoemde Zomerchallenge, om mensen van buiten de sport aan het tennis te binden. Voor de jeugd hadden we zelfs een alles-in-één-pakket met trainingen en wedstrijden en dat heeft zijn vruchten afgeworpen: bij jeugdleden is in die periode de uitstroom met zo’n 40 procent afgenomen.”

Vitaliteit

Voor zover Eltingh heeft kunnen inventariseren, zijn er het afgelopen jaar geen tennisverenigingen omgevallen, maar de Epenaar spreekt wel over ‘drie gradaties in vitaliteit’, ook binnen – bijvoorbeeld – de gemeente Apeldoorn. “Ik ken al die clubs heel goed en ze werken allemaal vanuit een bepaalde basis. Belangrijk hierbij is dat ze duidelijk hun doelgroep moeten vaststellen. Voorbeeld? TC Sprenkelaar is gevestigd in een groei(woon)wijk en kan daardoor meer jeugdleden verwachten dan een vereniging op sportpark Orderbos. Die zal zich dan wellicht meer moeten richten op een tennisaanbod voor 35- en 45-plussers, met de kinderen van die leden dan als mogelijke ‘bijvangst’. Als KNLTB kunnen wij de clubs daarin adviseren.”

De vitaliteit van de tennisverenigingen, en zeker ook het verschil daarin, kwam afgelopen jaar goed tot uiting toen de sportkantines moesten sluiten en belangrijke inkomstenbronnen daardoor wegvielen. Eltingh knikt: “Elke vereniging pakt het op haar eigen manier aan. Ze hebben een ongelooflijke veerkracht en flexibiliteit laten zien. En we hebben ze als KNLTB goed kunnen ondersteunen om tennis voor iedereen op de club mogelijk te maken.”

Tot zijn grote tevredenheid concludeert de technisch- en commercieel directeur van de KNLTB dat ‘het tennis in de lift zit’. “Maar we mogen nu niet achterover leunen en op onze lauweren rusten. En dat gaan we ook niet doen. De Winterchallenge komt er nu aan, zodat de leden gewoon kunnen blijven doortennissen. Met als voornaamste doel dat we dit jaar minder uitstroom van leden krijgen in de wintermaanden. Normaliter verliezen we in die periode zo’n 40.000 tot 50.000 leden, die er in het voorjaar overigens dan wel weer bijkomen.”

Troonopvolger

Jacco Eltingh was in de late jaren negentig met Paul Haarhuis het eerste tennisduo dat alle Grand Slam-toernooien won. In het dubbel waren ze tijdens 39 toernooien de besten; ze werden twee keer wereldkampioen en gelden daarom als het beste Nederlandse tennisduo aller tijden. Op hun hoogtepunt, als nummer één van de wereldranglijst, stopten ze. Eltingh was pas 28, maar chronische knieklachten lieten hem geen keus.

Als dubbelspeler bij uitstek had de Epenaar volop genoten van het recente succes van de 31-jarige Wesley Koolhof, die onlangs als vierde Nederlander ooit de titel bij de ATP Finals pakte met zijn dubbelspelpartner Nikola Mektic. Koolhof won samen met de even oude Kroaat het prestigieuze eindejaarstoernooi in Londen. Ze sloten daarmee hun eerste en enige seizoen als koppel in stijl af, want ze bereikten eerder ook al de finale van de US Open, die wel verloren ging.