Columns

PAASB€ST

‘Geld,’ begint de rooie kater, ‘dat is papier waar je dingen mee kan kopen. Brokjes. En drinken. En spullen en zo.’
Het is eerste paasdag en de dieren liggen in het zonnetje. Zonnebaaien, volgens Heintje en niemand die hem verbetert. Het is druk op de boerderij, er komen mensen in jurken met bloemetjes in plastic. Het meisje is druk in de weer en heeft gezegd dat de dieren zich op hun paasbest moeten gedragen. Niemand weet goed wat dat betekent, dus doen ze allemaal alleen hun ‘best’, zonder paas.
Heintje, de roodbruine pony, ligt op zijn zij in de zon. De wind kietelt zachtjes door zijn vacht, dat is zijn lievelingsgevoel.
‘Dus jij zegt hoe méér geld mensen hebben, hoe blijer ze worden?’
De rooie kater knikt en zet zijn zonnebril iets verder op zijn neus.
‘Maar waarom dan? Wij hebben geen geld. En toch ben ik hartstikke blij. Van de wind door m’n buikharen,’ en Heintje zucht.
‘Dat komt,’ begint de zwarte koe, lief maar niet snugger, ‘omdat je met geld dingen kunt kopen. En als je veel geld hebt en spullen hebt, dan ben je gelukkig, volgens de mensen.’
Ondertussen is het een drukte van jewelste bij het meisje. De buitentafel staat vol met lekkernijen en iedereen lacht en drinkt. Er klinkt muziek, de schapen willen dansen. Ze weten niet of dat bij paasbest hoort, dus klapperen ze alleen zachtjes hun oren.
‘Waar laat je geld, dan? En hoe kom je er aan?’ en Heintje gaat rechtop zitten.
‘Door te werken. En dat geld komt dan op je rekening. Dat is in een groot gebouw. Of zo, in je portomommee,’ legt de zwarte koe haarscherp uit, ‘en daar ben je dan trots op. En koop je dingen van.’
Heintje denkt na. ‘En dan word je gelukkig?’
De dieren knikken. Zo zat het bij de mensen.
‘Dus geld is leuker dan wind door je vacht,’ fluistert hij.
Dat moet haast wel, anders zouden de mensen niet zo hard en veel werken.
‘En krijgt iedereen dan hetzelfde geld?’ vragen de schapen.
Dat antwoord heeft niemand. Het zou wel het meest eerlijke zijn, maar zo ging het dikwijls niet, vertelde het meisje laatst. Heintje peinst. Hij is blij dat hij geen geld heeft. Alleen de wind door zijn buikharen is genoeg.