Columns

NUNEMEN

‘Dus vanaf 1 januari,’ en hij nipt van zijn spa rood, schijfje citroen om het een kans te geven, ‘ben ik gestopt met drinken.’
We zitten in het café. Het is rustig, de mensen zijn mensenmoe. Kroegklaar, barbeu. Wij zitten desondanks dapper en nuchter aan het schap. Hij is één van mijn lievelingsvrienden, lang haar, donkere spijkerbroek.
‘Raar gegeven eigenlijk, hè,’ en ik neem een slokje van mijn wijn, ‘dat mensen allerlei dingen in december gaan verzinnen die ze in januari gaan doen.’
Hij kijkt me aan, fronsje, beginnende glimlach.
‘Nieuw jaar, nieuwe kansen, denk dat het zoiets is,’ oppert hij. Het stampertje laat de spa hard bruisen. Dat is dan ook meteen het enige wilde aan zijn avond.
‘Maar eigenlijk is elke dag, elk uur, elke minuut toch een nieuwe kans?’
Het is pas mijn eerste wijn maar ik ben al ouderwets op dreef.
‘Ja, maar die jaarwisseling heeft iets magisch. Na dat vuurwerk knal je letterlijk het nieuwe jaar in.’
‘Maar de meeste voornemens ploffen.’
‘Zou het?’
‘Is een voornemen niet een ijdele hoop? Een oprecht idee over hoe je iets zou willen doen, een utopie, een droom die pas van start hoeft te gaan op een bepaald tijdstip om het vervolgens weer te laten varen? Is januari standaard de maand van het gevoel van mislukking omdat het dieet, niet-roken of alcoholvrij door het leven tokkelen is gefaald?’
De vriend is onder de indruk van mijn spraakwaterval. Niet handig, nu de IJssel zo hoog staat.
‘Ja, of die voornemens dus niet meer pas vanaf 1 januari laten ingaan. Waarom deed ik dat eigenlijk?’
Ik haal mijn schouders op, de ober schenkt mijn drie gedronken slokken met een knipoog bij. Hij ziet mijn glas ook graag met hoogwater. Of hoogwijn, liever gezegd.
‘Want in de dagen voor de jaarwisseling,’ en hij begint te wiebelen op zijn leren barkruk, ‘heb ik de sterren van het plafond gezopen. Juist omdat ik wist dat ik 1 januari niet zou drinken.’
‘Wat als je dat voornemen niet had gehad?’
‘Dan niet.’
‘Misschien moet een voornemen, dan een nu-nemen worden. Neem nu nog een klein borreltje. En minder dan gewoon. Elke dag.’
De ober zet een jeneverglaasje bier voor hem neer. Humorvol.