Columns

ApoldroNU – Hart van Zuid

Daar zijn we weer, na een ‘pauze’ van drie weken. Hart van Zuid. In mijn jeugd zeiden we nog gewoon ‘Adelaarslaan.’ Als kind speelde ik tussen de zandbulten en graafmachines van het winkelcentrum-in-aanbouw.

Ik las in de krant dat er weer een voorzichtig begin is gemaakt met een zomerfeest, bazaar of iets in die geest. ‘Nieuwe’ ondernemers die de kar willen trekken. Toen ik, lang geleden, nog bij mijn ouders woonde op loopafstand van het winkelcentrum, maar ook later met mijn gezin in De Maten, gingen we altijd naar de jaarlijkse braderie. Dat was een uitje. Muziek, spelletjes, presentaties, kraampjes, hapjes, drankjes, bekenden die je tegen het lijf liep, hartstikke leuk. Heel veel meer viel er in Apeldoorn ook niet te beleven.

Hart van Zuid oogt als volks, vroeger al. Want Zuid is volks, en tegenwoordig door de komst van buitenlanders – vooral veel Turken – multi-culti-volks. Geen wonder dat aan de Talingweg Apeldoorns grootste allochtone supermarkt is gevestigd. Özbaktat. Wat zoiets betekent als ‘winkel waar je van goede kwaliteit kan proeven.’ Maar dat is nu kennelijk het probleem.

De winkel is zo populair dat er met name op zaterdag een flink tekort aan parkeerplaatsen bestaat. Ik hoop dat de gemeente het probleem ‘lokaal’ oplost, net als bij de Eglantier en Anklaar: de centra zelf van voldoende gratis parkeerplaatsen voorzien. En de wijde omgeving niet opzadelen met een parkeerregulatie- c.q. vergunningssysteem. Achter de Albert Heijn is zat ruimte voor een parkeerdek bovenop de bestaande parkeerplaatsen.

De gemeente wil niet dat de eigenaar van Özbaktat onderin het appartementencomplex dat hij aan de overkant neerzette, horeca vestigt. Want Hart van Zuid is ‘een vreetplein’ en daarvan moet er niet meer bij. Met dat ‘vreten’ valt het best mee. Bovendien, als die ondernemer er brood in ziet, waar bemoeit de gemeente zich dan mee? Nu staat het pand al tijden leeg, is dat handig? De overheid zegt toch ook niet: in de Hoofdstraat zijn al genoeg mode- en schoenenzaken, de grens is bereikt.

Enfin, de braderie komt terug. Ik ga er komend jaar maar eens een kijkje nemen.

Tot volgende week!