Stedendriehoek

Nest zorgt voor overlast en ergernis bij Twellose cateraar

TWELLO – Een halve eeuw geleden was de ooievaar bijna uitgestorven. Voor de vogelbescherming reden ‘nieuwe’ ooievaars uit het buitenland te halen en fokprogramma’s te starten. Het heeft zijn uitwerking niet gemist, want de populatie is sindsdien flink gegroeid. Op sommige plekken is zelfs sprake van overlast. Monique Linthorst uit Twello kan erover meepraten. “Vroeger vond ik het leuke beesten. Nu is het een plaag geworden.”

Pakweg 24 jaar heeft cateringbedrijf Linthorst Culinair zijn onderkomen aan de Rijksstraatweg in Twello. In een pand dat opvalt door de imposante schoorsteentoren. “Achttien jaar geleden besloot een ooievaarspaartje daar een nest op te bouwen”, herinnert Monique zich. “Dat weet ik omdat onze kleinzoon net geboren was. Toen vonden we het nog leuk, ooievaars op het dak.”

De ooievaars kwamen van het nabijgelegen landgoed van Jan Terlouw, de schrijver/oud-politicus die sinds begin jaren negentig woonachtig is in Twello. “Hij had daar een nest op zo’n hoge paal laten plaatsen. Nadat die paal was omgewaaid, zijn de ooievaars naar onze toren verkast. Daar hebben ze geen vergunning voor aangevraagd. Ze waren er plotseling en zijn nooit meer weggegaan. Het zijn er bovendien steeds meer geworden. Of ik Terlouw daar wel eens op heb aangesproken? Nee, hij kan er natuurlijk ook niets aan doen.”

‘Doordat ooievaars jarenlang beschermd en gepamperd zijn, is er nu overpopulatie’

Troep
Het woord ooievaar komt van het Oud-Germaanse Eidebar. ‘Eide’ betekent leven of geluk, ‘bar’ staat voor brengen. Ooievaars staan dan ook al duizenden jaren symbool voor het brengen van geluk en nieuw leven. Voor Monique staan de vogels tegenwoordig vooral symbool voor overlast en ergernis. “Je wilt niet weten wat ze allemaal naar boven slepen. Veel takken uiteraard, maar bijvoorbeeld ook prikkeldraad. Het dak is er dusdanig door beschadigd dat we het al eens hebben laten herstellen. Geen verzekering die het dekt. Zelf moet ik geregeld het dak op om troep te verwijderen, zodat de afvoer niet verstopt raakt.”

Ooievaars staan erom bekend dat ze bij warm weer over hun eigen poten poepen om af te koelen. Daar blijft het echter niet bij wat betreft ontlasting. Monique: “Ik zat laatst met mijn schoondochter op het terras. Plotseling zagen we op de schoorsteen het achterwerk van een ooievaar uitsteken en er kwam een enorme lading naar beneden. Ze poepen alles onder en de stank is niet te harden. Het is ook een misvatting om te denken dat ooievaars goed zijn voor het milieu. Het zijn roofvogels die alles opvreten: van kleine haasjes tot jonge weidevogels. Hier aan de overkant hebben ooievaars een nest gemaakt in een boom, die daardoor ondertussen het loodje heeft gelegd.”

Vergunning
Net als alle andere vogels die van nature in het wild voorkomen, zijn ooievaars in Nederland beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. “Dat betekent dat je er vrijwel niets tegen kunt doen”, verzucht Monique. “Je mag de nesten niet zomaar verwijderen, want dan krijg je de vogelbescherming, Lekker Dier en de Partij voor de Dieren op je dak. In geval van overlast kun je wel een vergunning voor het verwijderen van een ooievaarsnest aanvragen bij de provincie. Zoals je dat ook kunt doen voor het aanbrengen van metalen pinnen op het dak om ooievaars weg te houden. Daarvoor zou je vervolgens een hoogwerker moeten inhuren. Al met al gaat dat duizenden euro’s kosten en zoveel geld heb ik niet. Zeker niet na de coronacrisis.”

De ooievaars inzetten als toeristische attractie voor vogelspotters is geen optie voor de Twellose cateraar. “Ik heb geen dagzaak. Mensen komen hier niet om een kopje koffie te drinken. Wel vinden sommige klanten de ooievaars hartstikke leuk. Dan zeg ik: ‘Neem ze gerust mee!’ Misschien is het leuk om naar ze te kijken, maar het is zeker niet leuk om ze op je dak te hebben. Iemand adviseerde me onlangs een webcam op het nest te plaatsen. Ik peins er niet over. Op de barbecue zou ik wellicht iets aan ooievaars hebben. Op televisie zag ik hoe ze in Londen de overlast van eekhoorns bestrijden door de beesten te gebruiken voor stoofschotels.” Ze zegt het met de nodige ironie, maar de ondertoon is serieus. “Doordat ooievaars jarenlang beschermd en gepamperd zijn, is er nu overpopulatie. Afschieten is de enige manier om de overlast tegen te gaan.”

Niet bijzonder
Het mag duidelijk zijn dat Monique geen fan is van ‘Vadertje Langbeen’ en ‘Juffrouw Ooievaar’. Zelf constateert ze een algemene afname in populariteit. “Tegenwoordig zie je overal ooievaars. Het is niet bijzonder meer. Ik zie hoogstens opa’s en oma’s met kleinkinderen die even van de fiets stappen om te kijken. Het valt me wel op hoeveel mensen weten dat hier ooievaars zitten. In februari hoor ik al: ‘De ooievaars zijn er weer!’ Ik neem het voor kennisgeving aan en probeer er zo min mogelijk op te letten. Ooievaars, ik ben er helemaal klaar mee!”

Waarschijnlijk zijn de ooievaars voorlopig nog niet klaar met de schoorsteentoren van Linthorst Culinair in Twello. De vogels keren – soms wel tientallen jaren achter elkaar – telkens weer terug naar hetzelfde nest, dat ze elk jaar verder uitbreiden. Bij voorkeur broeden ze op daken, torens, elektriciteitspalen en in hoge bomen. Een vrouwtje legt één keer per jaar (meestal in april) drie tot vijf eieren, Die komen na ongeveer een maand uit. Ooievaarsparen blijven trouw aan hun nest en bij elkaar tot een van de twee dood gaat.

door Bert Nijenhuis