Stedendriehoek

‘Minder zorgaanbieders betekent minder keuze voor Apeldoorners’

APELDOORN – Vanwege de snel oplopende tekorten bij Jeugd en Wmo is in de Meerjaren Programma Begroting (MPB) 2020-2023 als tussenstap naar de kadernota Sociaal Domein een transformatienotitie opgenomen die tegelijk met de MPB door de gemeenteraad in november 2019 is vastgesteld. Doel van de transformatienotitie is het versnellen van de transformatie Jeugd en Wmo binnen het door de gemeenteraad vastgestelde budget.

In het koersdocument Sociaal Domein dat nu voorligt en afgelopen donderdag werd besproken in de digitale Politieke Markt Apeldoorn (PMA), wordt in het kader van de zogenoemde hervormingsfase voorgesteld om te kiezen voor strategisch partnerschap met een beperkt aantal zorgaanbieders Jeugd en Wmo. Dit om zo een aantal negatieve effecten van de marktwerking te doorbreken en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.

Over het koersdocument heeft nog geen afstemming plaatsgevonden met externe partijen, waaronder zorgaanbieders en de Adviesraad Sociaal Domein. Als eerste wil het college van burgemeester en wethouders van de gemeenteraad horen hoe over strategisch partnerschap wordt gedacht. Hierna vindt onderzoek plaats of dit mogelijk is binnen de huidige raamovereenkomst of dat daarvoor nieuwe aanbesteding noodzakelijk is. Daarna zal regionaal het bestuurlijk gesprek hierover gevoerd worden.

Lekenbestuur

En daar gaat het, volgens ChristenUnie-fractievoorzitter Ben Bloem, al mis: “Het consulteren van de gemeenteraad, daar kan ik wel begrip voor opbrengen, maar naar mijn mening had het college éérst moeten praten met zorgaanbieders en de Adviesraad Sociaal Domein. Wij zijn met de raad een lekenbestuur in zo’n kwestie. En nee, het is geen stemming maar puur een peiling van opvattingen tijdens de consultatie, maar toch is dit in mijn optiek niet de juiste volgorde.”

Aan de raad wordt een richtinggevende uitspraak gevraagd om het primaat van keuzevrijheid voor inwoners los te laten en om in plaats daarvan te kiezen voor het strategisch partnerschap met een beperkt aantal aanbieders op basis van kwalitatieve criteria ten aanzien van de transformatie/normaliseren. Daarbij worden de aanbieders geselecteerd op inhoudelijke kwaliteiten, goed werkgeverschap, hun commitment aan de transformatie en de wijze waarop zij werken aan de normalisatie van de vraag. Dit kunnen grotere en kleinere aanbieders zijn waarbij keuzevrijheid voor de inwoners blijft bestaan.

Bloem zet ook zijn vraagtekens bij het strategisch partnerschap ‘an sich’. “Bij de schifting van zorgaanbieders ga je feitelijk als een olifant door de porseleinkast. De samenwerking met zorgaanbieders moet een samenwerking zijn op basis van goede wil, niet op basis van een min of meer gedwongen keuze.” De belangrijkste redenen van het college voor de keuze van strategisch partnerschap zijn: betere kwaliteitsborging van de dienstverlening door zorgaanbieders; meer sturing op de transformatie en de (financiële) effecten daarvan; betere beheersing, grip op de dienstverlening en de kosten die daarbij horen. Die redenen begrijpt Bloem goed, maar: “Ik heb moeite met het inperken van de keuzevrijheid van de inwoners voor de zorg die zij denken nodig te hebben. Ook zonder strategisch partnerschap komen de goede zorgaanbieders vanzelf bovendrijven. En wie dat minder doet, valt vanzelf weg.”

Stevig inregelen

CDA-fractievoorzitter Jan Dirk van der Borg zegt ook weinig te voelen voor strategisch partnerschap: “Minder zorgaanbieders betekent minder keuze voor de inwoners. Natuurlijk, ik begrijp deze stap van het college wel, aangezien er eind 2014 veel mis is gegaan met de landelijk ingevoerde decentralisatie van de zorg, ook hier in Apeldoorn. Dat heeft de gemeente veel geld gekost. En ja, ik ben het ermee eens om in een veld van ruim vierhonderd zorgaanbieders sturing aan te brengen. Want zorgaanbieders zijn ook gewoon bedrijven die op zoek gaan naar cliënten. Als overheid moet je dat stevig inregelen en zorgaanbieders niet te veel vrijheid geven. Daarom wil ik duidelijke afspraken over welke zorg en voor welk budget. We moeten als gemeente een belangrijke slag gaan maken inzake zorg op maat én we moeten beter gaan sturen op welke jongeren er daadwerkelijk worden doorverwezen naar jeugdzorg, want dat gebeurt in mijn ogen vaak veel te gemakkelijk en snel.”

Kwestie van vertrouwen

En dan heb je natuurlijk ook nog de partijen die – eufemistisch uitgedrukt – geen fan zijn van open aanbestedingen. SP-fractievoorzitter Sunita Biharie is vrij duidelijk: “Dat leidt tot marktwerking, waardoor zorgaanbieders – en met name de grotere bedrijven in dit segment – de macht grijpen en veel geld gaan verdienen aan de hulpvraag. Inwoners van Apeldoorn moeten in onze optiek altijd zelf de keuze hebben aan wie ze zorg willen vragen. Dat kan nog altijd een grotere instantie zijn, uiteraard, maar bijvoorbeeld ook een zzp’er. Zorg is ook een kwestie van vertrouwen tussen hulpvrager en -aanbieder. De match, de onderlinge klik. Maatwerk in de zorgvraag moet voorop staan, niet meteen de kosten. Het voorstel van het college dat er momenteel ligt, is neo-liberaal en absoluut niet sociaal!”

Complex spanningsveld

Hans Weevers, fractievoorzitter van de Verenigde Senioren Partij (VSP), haast zich te zeggen dat ‘keuzevrijheid een heel groot goed’ is, maar niet per se zaligmakend: “Dat werkt ook prijsopdrijvend. En dat geld moeten we met z’n allen opbrengen, dus is het niet verkeerd dat de keuzes beperkter worden. Je komt in dezen altijd bij commerciële bedrijven terecht, hetgeen een complex spanningsveld oplevert dat niet 1-2-3 valt op te lossen. Apeldoorn telt 170.000 inwoners, dat zijn 170.000 meningen. Die moeten nu eerst teruggebracht worden naar de 39 meningen binnen de volksvertegenwoordiging, de gemeenteraad. En daaruit moet dan één algemene mening voortvloeien, niet eenvoudig. Graag wil ik benadrukken dat van die 170.000 inwoners de helft vijftig jaar of ouder is. En zeker de groep boven de 75 jaar is kwetsbaar, omdat die niet meer de regie over het eigen leven heeft. Ik hoop één ding: dat de financiële problemen die de coronacrisis ook in Apeldoorn heeft gebracht, straks niet ten koste gaat van de (ouderen)zorg…”