Stedendriehoek

‘Liever zien we dat Voedselbanken helemaal niet nodig zijn’

Johan Kruithof bij de naar hem vernoemde koelcel. Alleen staat het bijvoeglijk naamwoord ‘koude’ in schril contrast met de warme persoonlijkheid die de voorzitter van de Voedselbank Apeldoorn is.

Voorzitter Johan Kruithof heeft dubbel gevoel bij ‘jubileumfeest’ Voedselbank Apeldoorn

Iedere Apeldoorner zal de lantaarnpaalposters wel gezien hebben: die van de Voedselbank Apeldoorn, met als tekst: ‘15 minuten gratis winkelen! Voor iedere Apeldoorner die het even nodig heeft’. Deze posters zijn opgehangen in het kader van het vijftienjarig bestaan van de lokale Voedselbank. Voormalig wethouder Johan Kruithof is sinds eind vorig jaar voorzitter.

“Het is een dubbel gevoel. Vaak is een jubileum een feestje. We maken van vijftien jaar Voedselbank Apeldoorn echter geen feest, omdat we liever zien dat Voedselbanken helemaal niet nodig zijn. Dat zijn ze echter wel. Daarom zijn we blij dat we er als Voedselbank Apeldoorn voor onze klanten zijn. Dat vonden we vijftien jaar geleden, dat vinden we nu en dat vinden we in de toekomst.”

Kruithof (69) had als wethouder armoedebeleid in zijn portefeuille. Hij kende de schrijnende verhalen van de inwoners en toonde betrokkenheid bij de mensen die het moeilijk hadden. En natuurlijk kende hij ook alle ins en outs van de lokale Voedselbank. “Toen ik gevraagd werd om mijn talenten als bestuurder in te zetten als voorzitter, hoefde ik niet lang te twijfelen. Deze functie past bij me en vervul ik dan ook met veel plezier.”

De Voedselbank is een ongesubsidieerde organisatie, afhankelijk van maatschappelijke giften, vertelt de voorzitter. “Gelukkig hebben we een gezonde financiële huishouding. We helpen mensen die tijdelijk niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Het gemiddelde ligt rond de elf maanden. Daarna zijn de mensen vaak wel uit de noodsituatie opgekrabbeld.” Of je in aanmerking komt voor hulp van de Voedselbank, hangt af van hoeveel je maandelijks overhoudt voor eten en drinken, het zogenoemde normbedrag. Dat bepaalt de Voedselbank overigens niet zelf, maar gebeurt door de instanties die ernaar verwijzen, zoals de Stadsbank of Stimenz.

Basisdienstverlening
“De behoefte aan de Voedselbank is niet gekoppeld aan een bepaalde achtergrond of levensstijl en het kan iedereen overkomen dat tijdelijk hulp nodig is”, legt Kruithof uit. “Voedselhulp is een basisdienstverlening, die voor iedereen bekend en bereikbaar moet zijn. Iedereen weet ook dat het er is, maar weinigen zullen gemakkelijk toegeven dat ze er gebruik van maken. Veel klanten schamen zich hier nog voor. En de vrijwilligers die er zoveel goed werk doen, treden ook zelden naar buiten; daar zijn ze simpelweg te bescheiden voor.”

Bij de Voedselbank Apeldoorn worden wekelijks 250 voedselpakketten uitgedeeld, in coronatijd werden dat er tijdelijk meer. “Een kleine stijging aan het begin van de crisis, maar lang niet zoveel als in het westen van ons land”, zegt Kruithof. “Dit is even pure speculatie, want we hebben het niet onderzocht, maar ik vermoed dat dit te maken heeft met het omzien naar elkaar; dat we in Apeldoorn toch sneller bereid zijn om buren of buurtgenoten die het even lastig te hebben, te helpen. Inmiddels zijn we weer terug op die 250 pakketten, waarmee we zo’n 700 mensen van voedsel voorzien.”

Een paar jaar geleden is ook de manier van uitgifte van de pakketten gewijzigd; vroeger werden vast op dinsdagmiddag 250 pakketten uitgegeven en stonden de klanten in één lange rij te wachten. Een mensonwaardige situatie. “Dit concept hebben we omgebouwd naar een soort supermarkt: elke week is er keuze uit drie momenten waarop klanten het pakket deels zelf samenstellen en meenemen. Ze worden ontvangen in een wachtkamer en mogen vervolgens met een winkelwagentje de opslag in. Althans, zo was het vóór corona. In deze vreemde tijd overhandigen we – uiteraard volledig coronaproof – het pakket aan de klant. Maar nog wel steeds op het zelfgekozen moment. We hopen snel weer terug te kunnen keren naar het nieuwe winkelconcept.”

Versproducten
Want ook bij de Voedselbank staat de veiligheid voorop, zowel die van de klanten als van de plusminus 70 vrijwilligers die er elke keer weer in slagen in de behoefte aan voedselpakketten te voorzien. Terwijl ik met Johan Kruithof zit te praten, komt toevallig een van die ‘supervrijwilligers’, Leo van Schaick, om de hoek piepen. “Leo en alle anderen steken hier belangeloos zoveel energie in. Bewonderenswaardig”, knikt de voorzitter. Voor de vulling van de voedselpakketten zegt Kruithof dank aan de vele supermarkten in Apeldoorn. “Onze grootste uitdaging blijft telkens weer om versproducten uit de supermarkt te krijgen. Want uiteindelijk wil je in een pakket toch de Schijf van Vijf opnemen. Hoe dan ook, onze klanten zijn altijd enorm dankbaar, zo blijkt uit de verhalen die we horen.”

Als voorzitter van de lokale Voedselbank heeft Kruithof regelmatig contact met collega’s elders in het land. En daaruit kan hij een fijne conclusie trekken: “Apeldoorn staat er landelijk goed op. We worden hier maatschappijbreed gewaardeerd en ondersteund. En dat is belangrijk, want zo nu en dan moeten bijvoorbeeld de koelcellen worden vervangen of uitgebreid. Toen ik nog wethouder was, hebben we als Gemeente Apeldoorn een koelcel geschonken aan de Voedselbank en die hebben ze prompt mijn naam gegeven. Ja, daar ben ik erg trots op!”

Verhuizen
Tot slot nog een punt van zorg voor Kruithof en het Voedselbankteam. “Eind volgend jaar moeten we verhuizen van deze mooie locatie op Kanaal Noord, om plaats te maken voor woningbouw. Spijtig, en we zijn daarom nu al op zoek naar een vervangende locatie. We hebben hier de beschikking over bijna 700 vierkante meter en die ruimte hebben we ook nodig. Als iemand ons hierbij kan helpen, horen we dat graag!”