Stedendriehoek

LIEFJE

‘Elke dag?’
‘Ja. Elke dag.’
‘Hoe verzin je dan dingen? Hoe zorg je voor inspiratie?’ en ze neemt een slok van haar koffie. Ik zit in een etablissement als er een vrouw bij me schuift. Ze is alleen. Ik ook. Ze herkende me van de columns. Ik herkende haar niet als lezer.

‘Niet. Het gaat vanzelf. Bijna, dan’, en ik drink het laatste drupje Cola Light op, ‘het stopt nooit in mijn hoofd. Ik denk dat ik ADD heb.’
Ze knikt. ‘Handig.’

Het is ook handig. Soms ook totaal niet, trouwens. Die onrust in je kop. Die grappen die steeds oppoppen. Feit is dat ik mijn telefoon vaak in de koelkast, de wasbak van de wc of de kruiwagen terugvind. Het met 100 dingen tegelijk bezig zijn. De hyperfocus.

De vrouw kijkt me aan. ‘Je kan in verschillende tonen schrijven, hè?’
Ik haal mijn schouders op.
‘Ja, dat vind ik wel. Jij gaat van heel zacht naar superpittig. Ik vind allebei leuk. Hoewel mijn cliënten liever je lieve columns lezen.’
Ze vertelt dat ze in de zorg werkt. Een instelling met ouderen. Bejaarden mag ik niet meer zeggen van sommige lezers. Bejaardenberg ook niet. Dus dat doe ik dan maar braaf. Want dit is een lieve column. Elke week knipt ze de rubriek uit, scant het zwikkie in, vergroot het lettertype en print het uit. Ze lezen het stuk en geven daarna een cijfer met commentaar. Is ‘ie goed, dan komt ‘ie in het plakboek. Is het prut, dan gaat ‘ie in de open haard. Mooi systeem. Was alles maar zo simpel.
‘Meent u dat nou?’ en ik voel me rood kleuren.
‘Ja. Dus leve de ADD!’ Ze pakt haar sleutels, frummelt aan haar jurk, pakt de krant en wenst me een fijne dag. Ik wens haar niets minder.

Ik denk er vaak aan wat ik voor een werk ik had gedaan als ik geen columnist was geworden. Ik heb van mijn taligheid en knotsgekke brein mijn beroep gemaakt. Het snelle associëren komt daar goed bij van pas. Maken we van ADD, ADHD en hoogsensitiviteit onterecht en onbewust iets ‘negatiefs’? Is het niet zo dat je met die eigenschappen en dat karakter gewoon niet erg geschikt bent voor een strakke kantoorbaan?

Ooit gelezen dat je beste eigenschap vaak je grootste valkuil is. Klopt ook wel. Soms heb ik het gevoel dat ik nergens bij hoor. Bij vaste vriendengroepen niet. Bij kinderen niet. Bij volwassenen niet. Ik weet niet zo goed in welk plakboek ik thuishoor.