Stedendriehoek
“Het viel mij tijdens een boswandeling in de herfstvakantie op, dat er dit jaar al zo vroeg zoveel verschillende paddenstoelen zijn. Terwijl de bomen nog grotendeels groen zijn schieten de paddenstoelen de grond uit. Wat natuurlijk wel verklaarbaar is, want door het vochtige weer met daarbij een zonnetje gedijen ze natuurlijk goed. In alle soorten en maten, geuren en kleuren zijn ze te bewonderen en val je van de ene in de andere verbazing hoe mooi en verschillend ze zijn: ware kunststukjes van Moeder Natuur. Superleuk dus om er met of zonder kids op uit te trekken en paddenstoelen te spotten.” – Marianne Steenbergen
Juliëtte, 39 jaar, Deventer: “Als ik een man was, zou ik persoonlijk – denk ik – meer schijt hebben aan alles. Mannen zijn gemakkelijker in wat ze wel of niet leuk vinden. Vrouwen willen dat meer uitleggen. Als vrouw heb je het idee dat je iedereen een beetje tevreden moet houden. Mannen hebben meer zoiets van: dit is het en als het je niet bevalt, maakt het mij niet uit. Ik probeer dat ook meer toe te passen.”
Saniye, 41 jaar, Apeldoorn: “Het eerste wat in me opkomt, is staand plassen natuurlijk. Dat zal iedereen zeggen! Op een festival gewoon staand plassen, ja. De eenvoud. Even snel ergens achter duiken en uitschudden, haha, nee, áfschudden. En door. Die gedachte heb ik eigenlijk wel sinds ik voor het eerst naar festivals ging – Pinkpop, Lowlands… Daar zijn zulke lange rijen voor de vrouwentoiletten, dat je denkt: ik mis mijn favoriete concert.”
Marion, 51 jaar, Zutphen: “Dan moet je je even verplaatsen… Als ik een man was en in hetzelfde gezin was opgegroeid, dan zou het niet zoveel verschillen met hoe het nu is geweest. Misschien zou ik hooguit meer technisch ingesteld zijn geweest, zoals mijn broer. Ik ben feministisch opgegroeid, in een familie met heel sterke vrouwen. Als man ga je dan als gelijke op. Als ik in hetzelfde gezin zou zijn geboren als man, zou ik in ieder geval met veel respect naar vrouwen kijken.”
