Stedendriehoek

HOOP (P)OP

‘En wat wil je hebben voor je verjaardag?’ De vriend bestelt in gebarentaal bij de barman nog twee fluitjes.
‘Ik weet niet… Ik heb alles al, denk ik’, mompel ik. Dat is natuurlijk lariekoek en de vriend hapt dan ook niet.
‘Je hebt toch nog wel wensen, Rens?’ en hij geeft me een zacht duwtje. Hard gaat niet, want we zitten op een barkruk. Dan lazer je om.

Mijn hoofd begint te spinnen. Ja, natuurlijk heb ik wensen. Duizenden! Van kleine hoopjes tot mega-verlangens. Ik doe elke dag kleine wensjes. Rensewensjes.

‘Ik vind er niks aan’, begint de vriend, ‘dat hele jarig zijn. Die mensen. Dat gezit. Keuvelen. Maar ja, wel leuk om cadeaus te krijgen. Bonnen, ik ben gek op bonnen. Lekker dingen kopen.’
Ik veeg een stofje van de bar. ‘Die presentjes doen me niet zoveel. Ik vind het fijn als de mensen er zijn. Ik heb niet zoveel met spullen. Wel met momenten, ik hou van mooie ogenblikken’, en het emotionele geleuter verraadt dat ik aan mijn vijfde biertje zit.

Als ik terugkijk op de afgelopen 32 jaar onthoud ik de momenten, niet de spullen die ik had of kreeg. De euforie van iets krijgen of kopen is kort, maar de herinneringen van het rijden met een nieuwe auto, het dragen van een blitse jurk of het proeven van een goed glas wijn beklijft. Als kind zat ik al een half jaar op een nieuwe pop te azen. Ik was totaal geen poppenkind. Het ding was constant op televisie. De eerste pop die je kon voeren en die vervolgens de luier vol liet lopen. Betoverend vond ik het. Honderd gulden kostte de baby, voor mij klonk dat als een miljoen. Mijn ouders zouden dat nooit kopen. Veel te duur! Op mijn verjaardag pakte ik het pakpapier van de vierkante doos en daar zat ze achter het plastic raampje: mijn Baby Born. Zo blij als een kind. Ik heb er een week of vier mee gespeeld. Daarna verdween hij in de legodoos en hervatte ik mijn stoepkrijt en boomhutbouwcarrière.

Ik denk vaak aan dat stuk speelgoed. Hoe het verlangen, het bijna tintelen om iets moois te krijgen en daarmee totaal afhankelijk te zijn van wat mijn ouders me gingen geven, één van de fijnste gevoelens was. Wensen. Geloven. We weten niet wat het leven ons gaat geven, maar kunnen alleen hopen. En soms… Soms is hopen nog magischer dan het daadwerkelijk krijgen.